Namibië Botswana 2012
Maandag 13-08-2012
Eerst de honden wegbrengen, nooit leuk maar ze zitten op een goed adres. Thuis is alles ingepakt en staat klaar om te vertrekken. Jo brengt ons naar Aken waar we de trein naar Frankfurt pakken. Eerst de boemel naar Keulen en dan de ICE naar Frankfurt. Lekker comfortabel en verbazingwekkend snel. Frankfurt is een groot vliegveld, we drinken een koffie bij Starbucks, laten de koffers sealen en gaan op het gemakje wat eten. Dan door de douane, John weer zijn schoenen uit en dan begint het minst leuke stuk van de reis, wachten, vliegen, proberen te slapen, hangen, wat vliegtuig food proeven en met een perfecte landing in Windhoek aankomen.
Dinsdag 14-08-2012 ( dag 1 )
We landen om 05:10, douane, koffers halen en naar de balie van Thrifty om de auto te halen. Uit laten leggen wat 2H 4H en 4 L is: 2H is gewoon rijden, 4H is als het wat moeilijker wordt en tot 40 km, en 4L dan is het echt een tractor, voor als je echt vast zit of niet weg komt! Auto controleren en dan rijden we om 06:30 naar Windhoek. Ff wennen aan het links rijden en toch ook wel een grote bak. We zijn vroeg en moeten wachten tot de supermarkt open gaat, eerst een slot voor de bak achter, hier leveren ze geen sloten meer voor, moet je zelf maar regelen. Bij de Checkers doen we ook de andere boodschappen die we denken nodig te hebben, water, snacks, fruit en wijn. En een voetbal, altijd goed om contact te krijgen en iemand blij te maken. Ook kopen we de douchespullen die we nooit van thuis meenemen. Checkers is een goede winkel, je kunt er echt alles krijgen ook de koelbox die we aanschaffen. Dan gaan we lekker in het zonnetje op een terras ontbijten, een energy breakfast! Dat doet je goed. Een bakje espresso erbij en genieten! We moeten nog terug naar Maruea mall want we hebben nog wat meer shopping te doen voordat we op rondreis gaan.
Vanuit Maruea mall is een kort stukje naar Terra Africa, de guestlodge waar we de eerste nacht verblijven. Eerst douchen en een uurtje slapen en dan aan het zwembad van een flesje wijn genieten. Ondertussen bekijken we de kaart voor de komende dagen en kijken wat we aan kilometers en soort weg te rijden hebben. En dan ff niks meer, wijntje muziekje en straks nog lekker een hapje eten. Tot we bijna weg waaien op het terras en naar binnen verkassen. Aan de honesty bar drinken we een wijntje met een Oostenrijks stel, zij zijn al bij Epupa geweest en vertellen ons dat de weg er goed is. Gezamenlijk eten we bij Terra Africa en wisselen nog wat africa ervaringen.
Woensdag 15-08-2012 (dag 2 )
Naar Waterberg Plateau. Na een vroeg ontbijt gaan we om 07:00 op pad. Als John in de auto stapt, krijgt hij buikpijn, zegt niks en wordt erg stil. Valt op want normaal is hij ’s morgens erg van de actieve. Maar er is niks, alles goed, moet alleen wat vaker plassen zo we stoppen een keer extra. Na wat vragen zal het wel een blaasontsteking zijn en met een paracetamolletje moet het beter gaan. Helaas! We zijn erg vroeg en twijfelen of we doorrijden naar Otijwarongo, nee toch maar naar Waterberg Plateau. Op de gravel road naar Waterberg kijk ik maar eens wat een goed ziekenhuis in de buurt is, you never known. John zegt dat we anders morgen maar eens bij een dokter moeten kijken als het zo blijft ….. Na ja, word ik niet vrolijk van, optie: doorrijden naar Okakara waar een klein hospital is. Nee, eerst naar Waterberg. Bij Waterberg aangekomen vraag ik de receptioniste wat zij van de voorziening in Okakara vindt. Zij adviseert toch naar Medi City in Otjiwarongo te rijden, in een uurtje moet dat lukken. Oké, dan maar op weg, met een uurtje zijn we bij Medi City, goed te vinden aan de rand van de stad. We melden ons bij een van de drie dames en moeten dik een uur in de wachtkamer zitten. Rond enen gaat iedereen weg, hup lunchen. Toch is er nog een zuster aanwezig die ons komt halen en het vooronderzoek doet. De bloeddruk is prima, zo heeft ze nog geen patiënt gehad vandaag. Na een aantal vragen moet John wat urine geven en moeten we weer wachten. Dan komt ze terug naar binnen en vraag of er ziektes zijn, suiker of whatever. Nee, die zijn er niet hij moet wel ff zijn vinger geven en voordat hij het weet geeft ze een kleine prik voor wat bloed. Nou daar schrikt hij wel van, de zuster en ik schieten in de lach. Dit gebruiken ze ook voor baby’s. Dan komt de dokter, een jonge dame, dr. Mienie. De eerste test van de urine geeft aan dat er bloed in zit, dit duidt op een blaasontsteking. Zij doet nog wat onderzoek en vraagt hoelang we nog in Otjiwarongo blijven. Niet, we zijn op rondreis. Ah….oké: John moet minimaal 2 liter water drinken per dag, krijgt een pil voor fungus, een antibioticakuur en pijnstillers. De antibiotica moet 2 keer per dag ingenomen worden en ter bescherming van de maag moet dat na het eten en bij wat yoghurt gebeuren. Direct plassen bij aandrang en als het erger wordt een U turn maken en direct terug naar deze kliniek. Dit is de enige kliniek die een beetje de moeite waard is in de regio. Ook gaat de urine naar het lab waar ze kijken of we de goede antibiotica hebben. Zodra de uitslag binnen is belt de dokter me. Hebben we een ander recept nodig, dan faxt ze dat door naar Otujo. Hier zijn we maandag en kunnen dan daar het recept ophalen. Is de kuur wel goed dan afmaken en aan het einde opnieuw het bloed in een plaatselijke kliniek laten testen. Heeft ze maandag niet gebeld dan spreken we af dat ik haar bel. Dan naar de farmacia: recept ophalen en betalen, terug naar de dokter ofwel de account / rekening afdeling waar we het consult betalen. Dan achterom naar het lab waar we de urine afgeven en ook weer betalen. Misschien is de uitslag morgenmiddag al bekend. Het is dan al half drie als we buiten staan. De jongen die op de auto heeft gelet heeft de lunch overgeslagen, ja wij ook. Hij is wel blij met de tip en gaat een lekker brood kopen. Wij gaan weer op weg en gaan ook maar ergens wat eten. We rijden de stad in en stoppen bij Wimpy, eten wat kleins en kijken wat er in de zak van de farmacia zit. Dan ernaast naar de SuperSpar, gave winkel, kan AH wel eens concurrentie bezoekje plegen (help ik wel hihi) en water kopen. En dan weer terug 100 km naar Waterberg Plateau, dat was onze tweede dag in Namibië. Als we in Waterbeg bij het huisje aankomen, zetten de tassen neer, deur dicht en dan door de bush de berg af naar het terras, John moet nog wat liters bier drinken, helpt ook zei de dokter. Ik moet dan echt schrijven, dit moet weggeschreven worden, not my kind of fun today. Moet wel zeggen dat er dikdiks op het terras rondlopen, echte kleine schatjes met treurige ogen en heel erg schuw. Het avondeten smaakt goed, de vorige keer dat we hier waren gingen bijna alle borden vol terug naar de keuken, vol! ( lees het verslag van Namibië 2010). Eerst komt Filip de F&B manager vragen of alles goed is en dan Simon, de General manager. Ik laat hem weten dat het een enorme vooruitgang is met 2 jaar geleden. Je kunt hier trouwens lekker eten, klein flesje wijn, grote fles wijn en 2 hoofdgerechten voor ongeveer € 35, =. En dan wijn van Stellenbosch, genieten… Te voet gaan we via de weg terug naar het huisje, een steile klim. IN het huisje staan goede bedden en het duurt niet lang voordat we allebei onder de wol zijn.
Donderdag 16 augustus (dag 3 )
Vandaag gaan we naar Palmwag. Het ontbijt in Waterberg is uitgebreid en goed verzorgd. John denkt dat het goed gaat en we besluiten om gewoon de reis voort te zetten. Alles kump goad. Tanken kunnen we niet in Waterberg, ze hebben geen diesel aan de pomp alleen benzine. Dan maar tanken onderweg in Otjiwarongo. Omdat de grill toch behoorlijk rabbelt, vragen we aan de jongen die voor ons tankt waar we dit kunnen laten maken. Verderop is een Nissan garage, Jan Gey. Een bout wordt aangedraaid en de ander wordt vervangen, kosten incl. maken €31, =. Ik heb het verhuurbedrijf gebeld en we krijgen een refund als we de auto terug brengen. Ook bel ik Rachid van de servicelijn dat we 1 band hebben die gemaakt is. Beetje wazig als ik hem aan de lijn heb. Wel goede service van het garage bedrijf. Dan door via Outjo naar Kamanjab, alles verharde weg. In Kamanjab lunchen we bij Oppi Koppi, lekker verse salade en voor John een croque madam. De temperatuur is al een heel eind gestegen ten opzichte van Waterberg, werd tijd want het was kouder dan in Nederland. Vanaf Kamanjab is het een gravel road, niet echt geweldig van kwaliteit. We gaan over de Grotenberg Pas en het uitzicht vergoed veel van de slechte weg. Links en rechts liggen een paar nederzettingen, of hoe zal ik het noemen, een handje vol huisjes. Onderweg maant een grote dikke zwarte man ons tot stoppen, met een hand houdt hij zijn broek in bedwang en met de ander wijst hij naar de struiken aan de kant van de weg. We zien niks, hij blijft enthousiast zwaaien en wijzen. En dan zien we het: 3 olifanten die aan het kuieren zijn. Als hij ziet dat we de olifanten gezien hebben, geeft hij ons een grote smile en stapt in de auto. Verder is de omgeving is droog, veel rotsen en dorre struiken, je vraagt je af waar iedereen hier van leeft. Na een controle door het vetenairy fence zijn we snel bij Palmwag. De jeeps met de gasten voor de late drive vertrekken als wij aankomen. Jammer door die bout zijn we net te laat. We krijgen een kamer in plaats van een tent, tent is ook mogelijk maar drie dagen geleden was het ’s nachts 3 graden. (In Aus, het zuiden van Namibië is sneeuw gevallen) Dan gaan we toch maar voor de kamer. We pakken de koffers uit de auto en willen net een bakje koffie maken als er ineens 2 olifanten op het pad voor de kamer staan, op hun gemakje slenteren ze langs, eten van de struiken en lopen dan langs onze kamer naar het waterhole. Geluk moet je hebben! Ik ga schrijven en John gaat dan ons een bakje koffie maken. Als de zon om 17:45 zakt, merk je dat het weer begint af te koelen. En niet een beetje afkoelen. Kleden in dit klimaat is als een ui, diverse lagen aan, uit, aan.
Het driegangen menu is goed, het vlees is voortreffelijk alleen die garlic potatos erbij vinden we niet lekker. Het is een vermoeiende dag geweest en na het eten gaan we terug naar onze kamer. Op het terras voor de kamer installeren we ons met een glas wijn, we keuvelen wat over de afgelopen dagen en dan ineens staat er op een meter afstand een olifant die naar het waterhole wil. Hij staat stil, we hoorden hem niet aan komen lopen, wat kunnen die dikhuiden zachtjes lopen. Hij wacht, kijkt ons eens aan, schudt z’n kop en gaat toch maar naar beneden. Dan wordt je stil, echt een moment dat je denkt: en nu……… We zitten nog niet goed en wel weer in onze stoelen als een gemsbok uit het waterhole komt . Voor ons is het goed geweest, we drinken ons wijntje uit en ga na een enerverende dag op tijd naar bed.
Vrijdag 17 augustus 2012 (dag 4 )
John wordt wakker van de wekker, duwt ‘m uit en valt weer in slaap. Hmmm, dat is niet echt mijn mannetje, normaal staat ie al voor de wekker naast het bed. Ik maak er maar misbruik van en draai me ook nog eens om. Als op het pad voor onze kamer wat beweging komt schrikt John wakker. Heeft slecht geslapen en is niet fit. Wat nu, eerst maar eens douchen, opruimen en ontbijten. Ontbijt blijft bij een schaaltje yoghurt. John wil door naar Opuwe en dan kijken of hij fit genoeg is om naar Epupa te rijden. Dat is 200 km verder over gravel road. Ik ben het zat, niet fit is niet fit en betekent terug naar Otjiwarongo, punt. John wil niet graag die 100 slechte weg terug en dan nog eens 200 km. Oké, dan gaan we terug naar Kamanjab en kijken dan hoe het is. Op weg naar Kamanjab moet hij vaak uit de auto voor een plasstop, gelukkig kun je hier overal stoppen, er zijn diverse rustplaatsen langs de kant van de weg en het is niet druk op de weg. Voor de Grotenberg pas stopt John en monteert de camera op de kap van de auto. Zowaar lacht ie weer een keertje. In Kamanjab gaan we naar een restaurant en bestellen een koffie, waar moeten we slapen als we niet een nacht naar Opuwe en 2 nachten naar Epupa gaan. We bestuderen de kaart en de reisgids en ik ga Hans bellen van Out in Africa dat we van de route zijn afgeweken. Hans adviseert ons om alle bonnetjes van de kosten die we hierdoor maken goed te bewaren. Ik overleg met hem wat hij aan accommodaties in de buurt weet, volgens mij is Kamanjab niet echt een plaats om 3 nachten te blijven. Na wat overleg besluiten we om naar Otjiwarongo terug te gaan en boeken voor 3 nachten Otjibamba, een lodge 3 km buiten Otjiwarongo. Hans belt terug en heeft al geïnformeerd of er plek is in de lodge, yep er is plek voor ons. Dan maar de reisverzekering bellen en laten weten wat er speelt, ook hier wordt ik goed en snel geholpen. Mark van Aegon noteert onze gegevens, vraagt of hij nog ergens mee kan helpen en sms’t voordat we de koffie op hebben het dossiernummer al door. Dan maar niet getreuzeld en op naar Otjibamba. We stoppen nog in de kliniek om te vragen of de uitslag al bekend is maar daar moeten we maandag voor terug komen. Nu dan 3 dagen rust en zorgen dat John weer fit is om de reis weer op te pakken. We zijn op tijd in de lodge, douchen en dan maar ff chillen. John trammpelt na het douchen nog wat rond en kruipt in bed, ik werk mijn verhaal bij en geniet van het warme weer. Na het douchen ga ik in m’n eentje eten, John heeft geen trek. Honger heb ik ook niet maar een mens mot toch wat eten. Na het eten neem ik een schaaltje yoghurt mee terug en dat gaat er bij John wel in. John slaapt onrustig en uiteindelijk val ook ik in slaap.
Zaterdag 18 augustus 2012 (dag 5 )
Wakker, ik heb goed geslapen, John redelijk. Als het zo blijft met de buikpijn dan gaan we naar huis! Ik stel voor dat we dan toch maar eerst terug gaan naar de kliniek. We ontbijten met wat yoghurt en thee en lopen dan een eindje naar de hide. Dan ga ik maar de vakantie dokter bellen, daar krijg ik geen dokter aan de telefoon maar een jonge dame die me verzekert naar een goed hospitaal te gaan en John nog eens goed te laten onderzoeken. Ook zij maakt een dossier aan met een nummer en geeft aan dat het mogelijk is dat hun dokters met de artsen in Namibië telefonisch overleg kunnen doen. Als er nog iets is weer bellen. Dan stuur ik Linda maar een sms’t, even vragen of haar man weet wat John aan het slikken is en wat hij ervan denkt. Hij denkt er niet slecht over en denkt dat het met de weinig info die hij heeft wel goed moet komen. Dan gaan we weer naar Medi City hospital. Nu worden we door dr. Maas geholpen die John nog een goed onderzoekt en ook nog eens de urine test. Ook bespreekt hij de lab test die binnen is. John moet van de antibiotica die hij slikt er nu 3 per dag nemen en nog 4 dagen extra, nog een maagbeschermer en nog 3 andere pillen. Dr. Maas neemt de tijd en met een geruster gevoel gaan we weg. Betalen, farmacie betalen en maandag terug komen. Als het dan goed is kunnen we verder. Nu wil ik toch eerst een espresso. Zo gezegd zo gedaan we rijden het dorp in en gaan een espresso drinken, John neemt een koffie met melk, veeeeel melk. Als ik afreken zegt het meisje dat hij niet zoveel lacht, als ik zeg dat ik al 30 jaar bij hem ben en daaraan gewend ben gelooft ze me niet. We maken er wat gein om en dan ineens kan hij toch een beetje lachen. Bij de Shoprite kopen we wat verse gember, een recept van mijn vader: gember is goed voor de maag en duizend andere dingen. Dan weer terug naar Otjibamba. John gaat nog wat slapen en ik lees de krant en een roddelblad van hier. Ben ik weer op de hoogte.
Wat we maandag gaan doen is zeker niet naar de Cheetah farm rijden, dat is een ruk rijden en dat moeten we ook weer terug voor naar Etosha te gaan. Ik laat Hans weten wat de stand van zaken is en vraag of hij kan regelen dat we de Cheetah farm omboeken voor een nacht extra Etosha. Zo gaat een week vlug voorbij.
‘s Avonds gaan we samen in het restaurant eten, vooraf een groene salade voor de vitamine en als hoofdgerecht betel ik vis en John vlees. Nou ze kijken hier niet op een beetje, je krijgt er 2 stukken vlees of vis in plaats van 1, daar waren we niet op bedacht. Dat is een beetje erg veel voor ons. Na het eten gaan we in de bar zitten omdat we anders nergens bereik hebben om te mailen. Toch even een paar mensen op de hoogte stellen.
Zondag 19 augustus 2012 (dag 6 )
Redelijk uitgeslapen gaan we ontbijten en bespreken wat we vandaag gaan doen. We besluiten om in de ochtend naar CCF te gaan, geen slecht idee.
CCF Cheetah conservation fund www.cheetah.org
Net buiten Otjiwarongo gaan we rechtsaf de D2440 op. We komen voorbij de plaatselijke vuilstort en een militaire basis. Dan door het hek en we zijn op de weg naar CCF. Aan de rechterkant zie je ook de township van Otjiwarongo, van deze kant lijkt de stad groter dan vanaf de kant van Windhoek. Bij CCF maken we een drive van een uur om de cheeta’s die niet gerehabiliteerd kunnen worden te vinden. We vinden: Amani, Blondi, Dusty en Samantha. Ze zijn gewend aan de auto en zien er goed uit. Daarna gaan we kijken naar het voeren van een aantal andere cheeta’s. Ze eten uit bakken en eentje eet apart omdat hem nogal eens het voer werd afgenomen en hij daar gestrest van raakte. Een drietal dat met elkaar optrekt eet ook samen, ieder heeft zijn eigen bak en eet netjes en beschaafd, geen bloederige wilde taferelen te zien. Als laatste wordt een viertal jongere cheeta’s gevoerd, zij vliegen de kooi binnen, grijpen het vlees en gaan uiteindelijk ook uit hen eigen bak eten. Als ze eenmaal aan hun bak liggen eten ook zij netjes en beschaafd. Daarna gaan we nog naar het museum, de kliniek waar alle onderzoek gedaan wordt en dan gaan we ook nog kijken waar de Anatolische herders opgevoed worden. Deze Turkse herder wordt hier gefokt en getraind om aan boeren verkocht te worden voor N$ 700.= ( ongeveer € 70). Net als in Turkije waar hij de schapen voor de wolven behoed moet hij dat in Namibië doen voor het wild. De resultaten hiervan zijn goed. Er zijn tot nu toe ongeveer 350 honden geplaatst die ook jaarlijks een check up krijgen vanuit CCF. Dit is vaker of te duur of te ver weg voor lokale boeren. Nu gaan we wat drinken op het terras bij de receptie en ineens worden we geroepen, een pofadder. Snel wat foto’s maken en dan wordt hij gevangen en afgevoerd.
Terug bij Otjibamba drinken we een zelfgemaakte koffie in het huisje en gaan wat rusten op het terras. Een paar impala’s komen nog kijken en ik ben te laat om hiervan een foto te maken, jammer.
Na twee uurtjes slaap is John weer wakker en gaan we eten, vandaag is de bediening een stuk beter dan gisteren. We bestellen een lekker stukje vlees met verse farmersalade, een ijsje na en we zijn weer tevreden. Nog eens de mail checken bij de bar en dan op tijd naar bed. Morgen gaan we weg uit Otjibamba en hopen rechtstreeks naar Etosha te kunnen.
Maandag 20 augustus 2012 (dag 7 )
We gaan bij Wilbert de rekening betalen en dan komt ook al het sms van Hans binnen dat er geen plaats is om een nacht eerder naar Etosha te gaan. John is wel al beter maar om 300 km extra te rijden vinden we teveel. Dan boeken we met hulp van Wilbert een overnachting bij Eldorado camp, 8 km voor de gate van Etosha. Voordat we op weg gaan stoppen we nog in Otjiwarongo om te tanken, wat fruit te kopen en langs Medi City te rijden. En nu weer op route! We stoppen in Outjo om koffie te drinken en het moet gezegd: echt lekkere koffie! We lopen nog wat door het kleine dorp en gaan dan op pad naar Eldorado B&B & camping. www.etosha-camping.com Een leuke accommodatie bij Adri Pienar en zijn familie. Ze hebben een aantal huisjes op het erf gebouwd en leven van de boerderij, de toeristen en de jagers. Het wild dat de jagers schieten wordt op veilingen gekocht. Ook hebben ze 2 cheeta’s die ze in een grote omheining houden. Toen Adri 10 jaar geleden 100 impala’s kocht moesten dat er nu 1000 zijn, het zijn er nog maar 65. De rest opgegeten door wilde beesten. In het huis drinken we een kop koffie met Hanel en Adri. Hanel is blij dat we Afrikaans kunnen praten, is voor haar makkelijker dan Duits. Het is een gastvrij stel dat met een persoonlijke touch het bedrijf runt. Je voelt je er welkom en geen nummer zoals is de grotere lodges.
Zo koud als het ’s nachts is zo heet is het rond een uur of 3. Tropisch heet dus tijd voor siësta. Gelukkig dat het hier winter is, moet er niet aan denken om hier in de zomer te zijn. Na de siësta loopt ook de campsite vol. Met een aantal mensen gaan we de cheeta’s voeren, met een stuk vlees op een stok kan iedereen die wil de drie cheeta’s voeren. Ze zijn gevangen op het terrein en kunnen niet losgelaten worden omdat ze dan het vee opvreten. Ze zien er wel goed uit en hebben een behoorlijk terrein waar ze kunnen lopen. Daarna gaan we op het terras met Adri en Hanel wat drinken, ze vinden het prettig om wat wisselend gezelschap te hebben om mee te praten. Ze willen de B&B en camping graag klein houden zodat ze het persoonlijk kunnen blijven doen en niet afhankelijk van staff worden. Hanel kookt iedere avond voor de gasten en ze doet dat er g lekker. Die avond eten we kudu, rijst, bonensalade, rode bieten salade en gemengde gegratineerde groenten. Weer eens een keer behoorlijk wat groen voer. We eten samen met een stel uit Durban, John en Sally. Zij zijn 3 weken op rondreis en zijn vandaag in Etosha geweest. Beide fotograferen ook en dat is dan ook zo’n beetje het onderwerp van de avond. Foto boeken erbij, waar welke foto gemaakt. Al met al een gezellige avond. Na het eten zitten we nog en praten wat na, leuk onderwerp is ook de vele opgezette dieren die hier hangen of staan.
Dinsdag 21 augustus 2012 (dag 8 )
Vroeg op, John is weer helemaal fit, we gaan naar Etosha. Ontbijt om 06:15 en om 06:45 zitten we in die kar ( zuid Afrikaans voor auto: kar of bakkie). Het is niet ver dus we zijn lekker vroeg in het park. We rijden eerst richting sprokieswood maar daar is net veel te zien dus zetten we koers richting Halali. Als we richting Salvadora rijden lopen er in de verte 2 leeuwen en bij het waterhole van Salvadora liggen 2 leeuwen in het hoge gras. Ertussen staan 200 springbokkies en wat wildebeesten. Die staan wat je zegt stokstil. Af en toe zie je een oortje wapperen verder blijft het onbeweeglijk. Het wordt warm en zeker als de auto stil staat zelfs onaangenaam. Maar wie weet, gaan die leeuwen dadelijk wel eten. Wegrijden is nog geen optie, dadelijk missen we een kill. En zo zitten we gewapend met fototoestel en camera te wachten. Wachten, wachten, wachten, ik geef de leeuwen tot 12:00 als ze dan niet aan het happen zijn vind ik het goed geweest. Dan gaan de springbokken drinken, de leeuw steekt zijn kop boven het gras uit, kijkt het wildebeest recht in de ogen en draait zich om en loopt weg. Weg, andere kant uit, door het gras weg van de springbokken en wildebeesten. Niks geen kill of andere wilde taferelen, hij heeft geen honger. Als we terug rijden zien we aan de kant van de weg nog verschillende leeuwen liggen. Ook hier beweegt alles in slow motion.
Gezien: wildebeest, giraffe, olifant, leeuw, springbok, zebra’s, gemsbok, verschillende vogels.
We gaan terug naar Okaukuejo, om te lunchen zijn we net op tijd. Hier kun je tot 14:00 eten. We krijgen de wijnkaart, oeps foute kaart. Dan bestellen we wat te drinken, daarna krijgen we een menukaart. Weer later bestellen we wat te eten, daarna krijgen we ons drinken. Na een half uur komt de kok om te zeggen dat onze bestelling niet gemaakt kan worden, is op. We bestellen wat anders en dat zal er snel zijn. Na een tijdje krijgen we wat te eten, daarna krijgen we ketchup, op verzoek krijgen we ook bestek en als we nog wat willen drinken is ook mijn drankje niet meer op voorraad. Dan maar weer wat anders bestellen en gelijk vragen voor de rekening, anders moeten we hier nog overnachten · Als de rekening komt betaal ik netjes en dan ga ik na 10 minuten maar eens vragen waar mijn kleingeld is. Vanavond maken we zelf wel wat te eten, dit is niet goed voor mijn bloeddruk. Het chalet op Okaukuejo is een familie chalet, ik doe een wasje, we halen wat te eten in de camp winkel en John gaat een dutje doen. Na een klein hapje in ons huisje gaan we lekker fris gedoucht naar het waterhole. Het is nog niet erg druk en al gauw komt er een olifant drinken, kijkt eens iedereen aan maakt een rondje en drinkt op zijn gemak. Het lijkt alsof de bush rand erg dichtbij is maar als je overdag kijkt is het een grote lege vlakte met in de verte bomen en her en der een struik. Na de olifant is het een tijdje stil, wel wat jakhalzen maar die lopen ook door Okaukuejo zelf en dan komt er nog een neushoorn. Ik begin te merken dat ik geen siësta heb gehouden, stil zitten, intensief kijken of je iets ziet eist zijn tol. Mijn ogen hebben het zwaar en we gaan lekker terug, op tijd naar bed want morgen is het vroeg dag.
Woensdag 22 augustus 2012 (dag 9 )
Om 05:00 loopt de wekker af, thee maken, inpakken en ontbijten. Na het ontbijt gaan we met de auto terug naar het huisje en pakken de auto in. Dan start dat ding niet……………ai wat is dat ? Nog eens starten, niks niks niks. Dan maar de fleet assistance bellen. Rachid vraagt me om te kijken of de guys van Okaukuejo iets kunnen doen. We gaan kijken bij de receptie maar de jongens van maintanance beginnen pas om 08:00. Lekker, zijn we vroeg op om een mooie game drive te maken doet dat ding het niet. Ik bel Rachid weer en zeg dat hij het maar moet oplossen. Hij belt terug en zegt dat Carl vanuit Outjo onderweg is om naar de auto te kijken. Ik wil liever een andere auto maar dat is in dit stadium nog geen optie. Ik ben niet te genieten, kan van alles hebben maar een auto moet gewoon starten. John kijkt eens onder de klep, er heeft eerst nog een andere accu ingezeten, waarschijnlijk heeft de auto al een leven met daktent erop zitten. Hier hebben ze dan nog een aparte batterij nodig voor de koelkast. Klep dicht, kijkt eens in de auto, slaat de deur dicht. Ergernis alom. John is dan toch wat rustiger en probeert nog eens te starten, en warempel start dat ding weer. Ff na achten is Carl er en we vertellen hem het hele verhaal. Hij kijkt naar de auto, meet de batterij, start een paar keer, kijkt eens onder de motorkap en zegt dat de auto fine is. Ik vraag of het wel safe is, dadelijk staan we ergens, komt er een olifant en kunnen we niet weg. Leuk voor op you tube maar niet wat ik in gedachten heb. Nee, de auto is goed, de batterij goed dus we kunnen safe op pad.
TIA: This is Africa, we halen de schouders op, starten het ding en gaan maar op pad. Kan ik nog wat yoga doen! We gaan naar Halali, het middelste kamp van Etosha. We gaan bij een aantal waterholes kijken en gaan via de lange route naar het camp. Aan de hoofdweg richting Halali wordt gewerkt. Er staan een paar borden en er is een wegversmalling. Mij is nog onduidelijk wat er gebeurt als er een tegenligger komt, denk dat een dan tussen de hopen zand moet gaan staan. Ja, dit is ook Africa, uiteindelijk lost alles zich op.
Wat hebben we gezien: Burchell’s zebra, springbok, impala, gemsbok, red hartebeest, wildebeest, giraf, kudu, olifant, jackal, yellow billed hornbill, guineafowl, blue crane, martial eagle.
Dan naar Halali, inchecken en het verhaal bijwerken. Straks gaan we naar het waterhole en dat vertel ik later. Ga nu wat drinken, siësta time.
Siësta is ook op het heetst van de dag een tukje doen, daar wennen we aardig aan. Na de BBQ in het restaurant, gaan we naar het waterhole. Dit Moringa waterhole ligt in de rotsen, alle warmte van de dag blijft er hangen en hoewel het ’s avonds goed afkoelt heb je hier geen jas nodig. Zodra we het waterhole naderen hoor ik het al: olifanten! Je hoort het slurpen van water, wapperen van oren, af en toe trompetgeluid, dat zijn olifanten. Ja, bij het waterhole staan zeker 30 olifanten, whaw, het loopt door het water, heel relaxt, slurpt, sproeit en duwt en trekt aan elkaar. Een voor een verdwijnen ze, drie blijven er staan. Een is duidelijk de baas, een ander wordt geaccepteerd maar de derde is duidelijk onderdanig. Nummer 3 slurpt op de plaats van nummer 1 en dat wordt niet geheel geaccepteerd, wat kopstoten, orengewapper, daar blijft het bij. Als nummer 1 weggaat, is nummer 2 de sigaar. Nummer 3 gaat hem wat jennen en probeert nummer 2 weg te krijgen van het water. Olifanten zijn slim, dit waterhole is geen natuurlijk hole en daar waar het water in het hole wordt gepompt, daar drinken de olifanten het liefst. Maar nummer 2 houdt stand: laat zich niet wegjagen en na wat geduw, kopstoten, de ander tegen z’n kont duwen, keert de rust terug en drinken ze tot ze genoeg hebben. Ondertussen is er ook nog een neushoorn verschenen, die kijkt de kat uit de boom en gaat ook voorzichtig drinken. Baas boven baas.
Donderdag 23 augustus 2012 ( dag 10 )
Weer vroeg op, koffie drinken, inpakken, ontbijten, uitchecken en om 06:15 staan we voor de gate. We gaan naar Namutomi, een oud Duits fort aan het einde van Etosha NP. We vermijden de weg waar aan gewerkt wordt en gaan via andere weggetjes richting ons laatste onderkomen in dit park. We zien geen biet, ja af en toe een vogel maar verder, zelfs geen springbok. Het is al bijna 09:00 voordat we ineens een leeuw langs de kant van de weg zien lopen.
Gewoon op de hoofdweg, niet op die smalle weggetjes, netjes loopt hij langs de kant van de weg. We zijn er het eerst bij: fototoestel in de aanslag, filmcamera bij de hand, we rijden er langzaam achteraan. Hij steekt eens de weg over en kuiert rustig verder net of we er niet zijn. Ik wil hem graag filmen maar John wil er niet langs rijden als ik het raam open laat. Nou ja! Dan helpt de leeuw ons een handje en gaat in de berm lopen, kunnen we een mooie foto maken en ik nog een stukje filmen. Gelukkig, dacht ff dat we vandaag niks zouden zien. Het zwarte neushoorn dat we zien heeft er een behoorlijk vaartje in, hij verschijnt links en een paar meter voor ons gaat hij weer rechts de bush in. Wat een snelheid voor zo’n beest. De dag wordt steeds beter! We gaan nog naar een ander waterhole kijken, dit is een natuurlijk waterhole, rustig, niks te zien. We staan een tijdje stil, nee niks te zien, we gaan maar. We rijden een stuk de weg op als we ineens een auto voor ons stil zien staan. Een grote olifant die alle plaats op de weg nodig heeft. Ieks, John stopt, onze auto in de achteruit, een stukje verderop draaien, en dan maar kijken wat die lui in de andere auto aan het doen zijn. De olifant staat met z’n grote kop voor hun auto en schudt eens met zijn kop. Ik heb het zweet al in mijn handen staan. Weet niet of onze Nissan tegen zo’n stootje kan. Dan loopt de olifant langs de andere auto en komt achter ons aan. John moet eerst een foto maken, ik sis dat hij vooruit moet rijden. Ze zijn best groot zo dichtbij. Maar de olifant heeft geen haast, langzaam komt hij onze kant uit en John rijdt langzaam terug naar het waterhole, stopt wel af en toe om te kijken waar onze achtervolger is en zo komen we bij het waterhole. Hier gaat de olifant lekker drinken en sproeit zich eens lekker onder. Jeee, die was dichtbij. Nu hij nog aan het drinken is gaan we het smalle weggetje in, op naar Namutomi.
Voordat we naar Namutomi gaan, gaan we nog kijken bij het waterhole van Kalkheuvel. En hier is het feest, net een dierentuin. Gigantisch veel olifanten, impala’s, giraffen, kudu’s, gemsbokken, en alles in grote getalen. Je blijft kijken, links, rechts overal is wat te zien. Ik ga in het raam van de auto zitten om te filmen en draai maar gewoon de camera rond. Hier staat altijd wat op. Af en toe moeten we de auto een beetje verplaatsen omdat een olifant door wil maar verder is het hier je ogen uitkijken. Volgens mij heeft John hier een paar geweldige foto’s gemaakt.
We zitten nu ongeveer een uur of zes in de auto en vinden het goed geweest, veel gezien in Etosha.
In Namutomi een kamer, alle accommodatie in het park is goed verzorgd, schoon en van deze tijd. Vanavond gaan we ook eens rustig eten, morgen een lange dag. In Namutomi hebben we een trendy badkamer met bad en douche. Tijd voor een trampelwasje. Weet je niet wat dat is? Een trampelwasje is alle kleren die je aan hebt gehad in bad gooien, shampoo erbij, water erbij en erdoor heen lopen. John is er een kei in.
Vanavond lekker eten binnen het fort, John een visje en ik een T-bone steak.
Etosha, een unieke plek in Namibië. Jammer dat hier de campen allemaal door de staat worden gerund, de locaties zijn goed, de accommodaties prima en van deze tijd. De service en gastvrijheid is echter niet de hospitality die je in de privaat accommodaties vindt.
Vrijdag 24 augustus 2012 ( dag 11)
Op tijd op, we gaan naar Tsumkwe. We vertrekken om 07:00 uit Namutomi en zijn om 08:30 in Grootfontein. Eerst voltanken, naar de Spar voor wat boodschappen en dan een mouwloos T-shirt voor John kopen. We vinden een T-shirt voor N$ 39,95 kan er wel vanaf. Koffie drinken gaat niet lukken, de enige koffie plek in het stadje is bij de Spar. Nou dan maar op pad naar Tsumkwe. De B8 op en dan de C44 220 km gravel en rechtdoor, een lange rechte weg. Af en toe een hek dat je door moet, links en rechts een weinig hutjes, en 10 tegenliggers. We stoppen 2 keer en kijken de kilometers weg, jee wat een eentonige weg. De conditie van de weg is over het algemeen goed op een paar plekken na, niks te klagen dus. Tsumkwe is een mini stadje, Hanel zegt als je niest ben je erdoor heen. Om half twee zijn we bij de Country Lodge, eerst een biertje en dan naar de kamer. Voor een eenvoudig onderkomen valt het niet tegen. Schone bedden, een warme douche en een zitje met uitzicht op het waterhole. Een gesprek met een Zuid Afrikaans stel belooft veel goed voor Botswana, olifanten en leeuwen in grote aantallen, je struikelt er bijna over. Vraagt of we genoeg diesel bij hebben, de pomp in het dorp heeft niks. We zijn vol uit Grootfontein vertrokken, dus dat moet lukken.
‘s Avonds laat komen nog een aantal campers aan, kleine kinderen erbij. Ik vraag me af wat je hier komt doen zo in the middle of nowhere. We eten in het kleine restaurant, weer een lap vlees waar je U tegen moet zeggen. Boontjes en salade erbij, we hebben geen plaats meer voor een toetje. We gaan ons lekker installeren bij onze tent, wijntje erbij, verrekijker klaar liggen, en dan mucho muggen. Er zijn er al vier verdronken in mijn wijn en John kijkt eens in zijn glas, nah dat is geen pretje. We gaan om 20:00 naar bed. Ik slaap slecht deze nacht, steeds hoor je de generators en ik wordt wel 3 keer wakker van een groep blaffende honden.
Zaterdag 25 augustus 2012 ( dag 12 )
Om zes uur is het afgelopen, we houden het niet meer uit in bed, lijkt wel een slaapmarathon! John maakt koffie en daarna gaan we ontbijten. Op naar de bosjesmannnen.
We moeten 40 km terug rijden richting Grootfontein en dan nog 42 km over een weg. Eerst is het nog wat gravel, dan zand en dan een pad met gras en plantjes. Uiteindelijk moeten we in 4L het pad omhoog naar het camp. We zijn er vroeg en weten eigenlijk niet of we al welkom zijn. Maar in Tsumkwe blijven hangen, hier is echt niks te beleven, hadden we geen zin in. Arno komt al naar buiten als hij de auto hoort en heet ons welkom. We krijgen wat te drinken op de boma en geven Bertus, onze gids, en Jan, de keukenhulp een hand. We maken kennis met Arno, wie zijn we, wat doen we, en waarom zijn we in Afrika. Ook vertelt hij over zijn familie, hij is begonnen met Tsumkwe Lodge. Deze heeft hij opgebouwd en later verkocht aan Afrikaners. Dit Nhoma Safari Camp bestaat nu zo’n 9 jaar en is ook door hem opgebouwd. Nhoma Safari Camp heeft 10 safaritenten op houten vlonders met toilet en douche. Fijne luxe tenten met een geweldig uitzicht. Van onze tent uit kijk je zo de vallei in. Verder is er geen stroom en geen bereik voor je telefoon, je kunt wel wat opladen bij hun. Rust!
We gaan met Bertus naar het dorp, ongeveer 400 mtr vanaf het camp. Hier leven verschillende families in hutten die allemaal onderling ook weer familie zijn. Omdat het vakantie is zijn ook de kinderen aanwezig. Anders zijn ze in een school, 10 km verderop in een dorpje. Hier gaan ze dan op zondagmiddag heen en lopen dan op vrijdag middag weer terug. We maken ook kennis met Rebecca, haar Ju/’hoansi naam kan ik niet verstaan, en zijn eerste zoon. Een andere vrouw is een bak met noten aan het kraken, de noot bevat 80% proteïne, en ik kraak ook een noot. Gelukkig heb ik mijn vingers nog, je moet wel hard slaan met die steen.
Midden in het dorp staan een aantal palen met stokken over, hieraan hangen eigen gemaakte kettingen en armbanden en nog wat zelf gemaakte spullen. Alles is voorzien van prijskaartje met prijs en naam van diegene die het gemaakt heeft. Zo komt het geld ook op de juiste plek terecht. Na het rondje lopen we terug, het is nu al terrible heet. We gaan wat drinken en vertellen tot de lunch met Arno. Zijn kijk op ontwikkelingswerk, en hoe je mensen echt kunt helpen is verhelderend.
Zijn zoon heeft vannacht met een vriend bij een waterhole geslapen, vuur aanhouden en een wapen erbij. Hij is al 16 en opgegroeid in de bush. Geen probleem, hier rijden ze al vroeg met een auto, handig als je een klusje geklaard moet hebben. Een half uurtje rijden, drie uur werken en weer een half uurtje rijden, is plezier voor hen en een hulp voor Arno.
De lunch is super, verse wortel salade, tonijnsalade, pasta salade. Ik heb al een tijdje niet meer zo lekker gegeten.
Om 15:30 gaan we weer op pad met onze gids. We lopen naar het dorp en zien hoe de vrouwen dansen, de mannen spelen een spel dat ze porcupine.noemen. mannen en vrouwen dansen samen, ook de kinderen doen mee. Als je kijkt zijn het eigenlijk allemaal kinderen. Bertus geeft de kinderen de voetbal die we meegenomen hebben. Verder zien we die niet meer verschijnen, morgen eens vragen waar die gebleven is.
Terug in ons camp gaan we eerst douchen, mijn schoenen zijn zwart en het zand zit tussen mijn tenen. Maar met lekker warm water ben je zo weer fris. Gezamenlijk met Arno en Estelle en een Engels gezin met 2 kinderen eten we een lekker maal. Ik heb nog nooit sterren gegeven maar dit eten was echt wel 4 sterren waard. Na het eten nog een wijntje en als we nog wat zitten te kletsen komt de Courvoisier op tafel.
De San
De San of Bosjesmannen is een verzamelnaam voor een aantal verschillende bevolkingsgroepen in
Zuid-Afrika, Namibië, Botswana en Angola. Ze behoren tot de Khoisan-groep en zijn verwant aan de Khoikhoi.
Zondag 26 augustus ( dag 13 )
Vroeg op en na het ontbijt in de pick-up. We rijden de berg af en gaan ongeveer 10 km de weg op. Hier worden we met onze gids Bertus en 4 Ju/hoan jagers achtergelaten. We gaan jagen!
De jagers zoeken het spoor van porcupine. En zoeken en zoeken. Na ongeveer 2 uur hebben ze wel sporen gevonden, ook een hol waar ze mogelijk in hadden kunnen zitten maar geen vangst. Ondertussen kijken ze ook in de bomen of er soms bijen in zitten, honing verzamelen is ook een van hun bezigheden. Het wordt al warmer en ze gaan wat roken. Nemen wij ook maar een pauze. Hierna gaan we verder, zoeken, zoeken, zoeken, helaas vandaag geen eten. Dan laten ze nog zien hoe ze van sanseveria en wat takken een val maken. Sanseveria plukken, draad van maken, knopen, een buigzaam takje pakken, een klem maken van een andere tak en dan met een klein besje als baat…. Een val maken. Ziet er simpel uit, doe het echter niet na. Om van de sanseveria. een draad te maken heb je enkel een mes en een slipper nodig. Echt waar!Ik weet zeker dat ik geen week, nee geen 2 dagen in de bush kon overleven. Ook vinden ze nog een ronde knol ( Rapionacme Velutina ) waar ze de bast vanaf schillen en dan het vlees eraf raspen met een mes. Dit knijpen ze uit en via hun duim drinken ze hiervan. Schijnt bitter te smaken. Ik heb het niet geproefd, wel mijn handen mee gewassen. Dan door de hitte terug naar de weg lopen. Waar is de weg, ik ben mijn coördinatie aardig kwijt. We lopen en lopen en uit eindelijk zie ik het verdwaalde bord aan de kant van de weg. Gelukkig, terug naar de bewoonde wereld. We hebben een biertje verdiend.
Arno pikt ons op en dan zijn er 2 jagers een eind de andere kant uitgelopen. Ze komen terug met een struisvogelei. Dat wordt vanmiddag voor ons klaar gemaakt. Dan achter in de pick up, en terug naar kamp voor een biertje en een heerlijke lunch. De kleine baby porcupines wachten al op ons, de dochter van het gezin dat samen met ons in het Nhoma Camp zit voert ze 3 keer per dag. Er is nog tijd voor een kleine siësta, wel een warme siësta.
Rond half vier drinken we koffie en thee en lopen dan met Bertus de 400 meter naar het dorp. De 4 jagers zijn pijlen aan het maken. Het metaal wat ze gebruiken is van afval dat ze vinden. De draden zijn spieren van beesten die ze uit elkaar trekken. Het is een heel werk waar ze mee bezig zijn. Ondertussen is het vuur heet waar het struisvogelei gebakken gaat worden. Vuur in een kuil op het zand, dan het vuur langs de rand leggen en het ei open maken. Doorroeren door het gaatje en dan storten op het zand. Hete as kort langs de rand leggen en wachten tot de bovenkant gestold is. Dan kan de hete as op het ei gelegd worden en wachten we tot het gaar is. De pijl is bijna klaar en John krijgt een pijl cadeau van Kobus, een van de jagers. Zijn Ju/Hoan naam kunnen we niet verstaan. Wel leren we wat dank u wel is: mee wa aa. Dank jullie wel is mee wa ie. Oké, het ei is gaar, de as wordt er af geschraapt, schoongeblazen en met een mes uit het zand gehaald. Dan wordt het op bladeren gelegd, vers van de boom, en kunnen we proeven. John proeft een klein stukje en het smaakt naar ei met zand. Verder wordt het opgegeten door de jagers. Jongen mensen van onder de 40 mogen het niet eten, als je struisvogelei eet als je jong bent dan wordt je gek. Wel goed dat er een taboe op rust in een dorp met zoveel jonge kinderen. Het wordt al donker als we terug lopen. Douchen en eten. Vooral douchen is nodig, de zand is het dorp is zwart van alle vuur dat er gemaakt wordt. We eten bobotie, sate, vegetarische bonenschotel, salade en vers stokbrood. Koffie met een ferrero rocher maken het af. Arno en Estelle vertellen nog wat verhalen over hun leven op deTsumkwe lodge en over hun dochter die op 9 jarige leeftijd een pols brak na een val van het paard. De kliniek in Tsumkwe had geen materialen en dan maar naar Grootfontein. Na telefonisch overleg kon het kind daar geholpen worden. Echter de röntgen apparatuur van Grootfontein was er wel maar niet geïnstalleerd. Dus dan maar met het kind in Grootfontein overnachten en dan de volgende dag vroeg met de auto zelf naar Windhoek. Daar aangekomen laat in de avond werd ze dan wel geholpen. Pin erin en later nog 2 operaties voor alles in orde te maken
Als we het gezang in het dorp horen gaan weer naartoe, het is er donker met her en der een kampvuur. Een grote groep kinderen zit aan een vuur en achter het andere vuur staan de dames van het dorp te zingen en met houten plankjes geluid te maken. De mannen staan ervoor en telkens als de dames het ritmisch geluid (zang kan ik er niet uit halen)maken, dansen de mannen op de plek, lekker met die billen schudden.
Op tijd naar bed, morgen een lange reisdag voor de boeg.
Drotsky's Cabins
In de noordwestelijke hoek van Botswana, gelegen aan de oevers van de Okavango-rivier, in de panhandle van de Delta, vindt u de weelderige groene gazons en hoge, schaduwrijke inheemse bomen, een paradijs genaamd Drotsky's Cabins. Dertig jaar geleden hebben Jan en Eileen Drotsky hier hun wortels gelegd, en vandaag de dag bezitten en beheren ze nog steeds de Cabins, een van de eerste lodges in Botswana.
Maandag 27 augustus 2012 ( dag 14)
Slecht geslapen, de hele 128 km van Dobe tot Nokaneng al drie keer gereden, uit de auto gevlogen, over de kop geslagen, alle ramp scenario’s heb ik meegemaakt, gedacht heb ik wel bereik als iets gebeurt? Komt er wel een auto langs als we ergens liggen. Zwetend word ik wakker, nog geen licht, dan nog maar eens door het bed woelen. John verklaart me voor gek en zegt: slaap en doe normaal. Tja, soms ben ik net een mens en een halve stresskip.
Als we even voor zes uur de bagage naar de auto brengen, staat Arno al klaar met koffie en thee. Dat is lekker zo vroeg. Onze koelbox is ook gevuld met de drank die ze voor ons hebben gekoeld en de sandwiches die we mee krijgen voor onderweg. Na het afscheid rijden we kort na zes uur weg, de berg af, langs Aasvoelkrans en terug richting Tsumkwe. Door naar Dobe, de grens over naar Botswana. De grens bij Namibië over gaat vlug, het gebouwtje in, papiertjes invullen, 2 boeken invullen en dan de auto laten controleren op rauw vlees. Oké, 200 meter rijden en dan staan we voor een hek. Een man komt aanlopen en laat ons door het hek naar binnen, stop voor het tweede hek. De banden van de auto worden ingespoten met een spul tegen mond en klauwzeer en wij moeten met onze slippers in een bak met hetzelfde goedje gaan staan. Dan controleert een andere man de inhoud van de auto en mogen we door. Nu naar de douane beambten. Weer papiertjes invullen, 2 boeken invullen, stempels en dan mogen we gaan rijden. Gisteren zijn er 9 auto’s hier de grens over gekomen. Dat schijnt volgens Jan Drotsky veel te zijn.
Al snel moeten we met de 4H gaan rijden, dikke mulle zand ligt er op het pad richting Nokaneng. De gehele 128 km blijven we 4x4 rijden, soms wel 60 km per uur maar ook stukken van 30 km per uur. Soms kleine gaten, soms hele grote gaten, soms een pad naast de weg, dat nog beter is dan de weg. Gewoon Oost aanhouden zei Estelle, dan kom je altijd goed uit. We zijn op het hele stuk 5 auto’s tegen gekomen. Maar voor de rest was het best een mooie ervaring om deze weg te rijden. Wel opletten en scherp reageren maar te doen. Mensen wonen in dit onherbergzaam gebied, links en rechts zijn er kralen met meestal runderen en diverse hutten. Waterpompen zie ik niet. Dan rond 12:00 zijn we in Nokaneng, links af en naar Shakawe. Compliment voor John, we zijn heelhuids aangekomen! Mijn leven ziet er weer een stuk rooskleuriger uit! J JJ
We tanken in Gumare. Ziet niet echt uit als een dorp, beetje mistroostig, alleen de Shell en Engen aan beide zijden van de weg. We hadden ons verheugd over een koffiestop en even uit de auto, benen strekken en dan verder. Maar het ziet er niet naar uit dat koffie drinken hier gezellig is, de sfeer in onze auto daalt, we rijden maar door. Weer langs een mond en klauwzeer controle, langs een longziekte controle en over slechte weg. De weg in Namibië is heel veel beter. In Botswana worden wegen wel aangelegd maar onderhoud wordt niet verricht.
Als we bij Drotsky’s Cabin aankomen, wordt het wat groener. We zitten aan de oever van de rivier de Okavanga. Weer een geweldige kamer met terras en uitzicht op de rivier. Eerst een biertje, inchecken en dan douchen. Ik ga het verhaal voor jullie schrijven en John loopt met zijn fotocamera naar de rivier. Onderlangs de rivier liggen krokodillen te rusten, een aapje komt mij gezelschap houden.
Voordat we ons aankleden eerst eens dat koffer op de kop zetten, we leven van de toplaag en moeten echt eens wat anders aantrekken. Schone was hebben we nog genoeg tot we naar huis gaan. Zo nu eerst eten, ontbijt en lunch hebben we overgeslagen, wel wat sandwiches en fruit gegeten in de auto maar dat is toch anders. Eerst een champignonsoep, dan een buffet met beef, kippenpoot, salades, macaroni met kaas, aardappelpuree. Heerlijk! Als toetjes krijgen we een triffle geserveerd. Fles wijn erbij en dan nog naar de bar. John gaat whisky drinken, heeft ie verdiend. Later sluit Jan Drotsky nog aan en hij vertelt het een en ander over Botswana. In het dorp Shakawe heeft 77% van de vrouwen tussen 16 en 60 aids. En de werkeloosheid is hoog, niet zo hoog als in Zuid Afrika maar toch. Als hij vraagt waar we gisteren waren en hoe we hier zijn gekomen schenkt hij John nog royaal een whisky bij. Doen toch niet veel mensen en wekt bewondering op. Nou dat hebben we dan toch mooi geflikt!!! Een keer per maand komt de president hier op zondag, hij vliegt in en ziet niet dat de wegen stuk zijn. Jan grapt dat hij de president zal vertellen dat er 9 auto’s over de weg van Dobe komen, wordt die misschien ook geasfalteerd. Als het regent is die weg compleet onbegaanbaar.
Naar bed, er ligt een deken op het bed, een dekbed en een sprei. En de airco staat aan. Tja, eerst maar die airco uit, dan wat van dat bed af en kan ik gaan slapen, John laat de gordijnen een stukje open zodat we morgen door de opkomende zon gewekt worden. Slaap lekker……….
Dinsdag 28 augustus 2012 ( dag 15)
Botswana time is weer een uur later dan Namibië time, kunnen we lekker van de opkomende zon genieten. Kop koffie erbij, uitzicht op de Okavanga rivier, t leven is zo slecht nog niet. We gaan op ons gemak ontbijten, we zijn de laatste, mhm kan gebeuren. Ontbijt met spek, ei en gebakken bonen, nog een bak koffie. De bootjongen komt vragen of we drankjes mee willen voor onderweg. We hebben een boot gereserveerd om van 09: 00 tot 11:00 de Okavanga af te varen. Ja, we willen drankjes, we gaan nog naar onze kamer en zullen er om 09:00 zijn. Ai, beste mensen het is al 09:10 Botswana time. Sukkels die we zijn, moeten we nog rennen ook.
Bij de boot zegt de bootjongen, geen probleem, we hebben Afrikaanse time, die komt niet zo nauw. We nemen plaats in boot en varen de Okavanga op, we zien veel vogels en John neemt een paar mooie foto’s. Mensen zijn het riet aan het oogsten en bij elkaar aan het binden, de hutten hebben nieuw riet nodig voor de regentijd. Met een mokoro wordt het bij elkaar gebonden riet naar de overkant gebracht. Als we terugvaren komen er nog 3 schuwe olifanten uit het riet, snel gaan ze weer terug als ze de boot horen naderen.
We rijden naar Shakawe, geld pinnen. Het is een raar gevoel om geen contant geld in je beurs te hebben van het land waar je bent. Bij Barclays kan ik zelfs met de Mastercard geld pinnen. Meestal lukt dit niet en moeten we onze Visa gebruiken. Het is hier gemakkelijker om voor tanken en kleine aankopen contant geld te hebben. Dan terug naar Drotsky’s Cabin, koffie drinken op het terras en terug naar onze kamer. Vandaag een relaxte dag. Als we met de auto bij onze kamer aankomen, stapt net het kamermeisje op. De vuilnis, handdoeken en onze Appie tas met vuile was heeft ze bij zich. Verwonderd kijk ik, we hadden geen was klaar gelegd, enkel de tas met vuile was naast onze koffers gezet. Dus vraag ik waar onze Appie tas naar toe gaat. Oh, dat is jullie vuile was, service van het huis, de was wordt gratis gewassen en is straks weer helemaal klaar. Als ik naar binnen loop krijg ik de smile niet van mijn gezicht af, geen wasjes op de hand deze week. Het is de eerste keer dat we in Africa alleen lodges hebben, normaal kamperen we of nemen af en toe een lodge ter onderbreking. Maar in hart en nieren zijn we nog campers.
Onder het schrijven krijg ik weer bezoek van een paar aapjes, eentje mist een hand en zit me vanaf de deurmat aan te kijken. Nog even de plannen van de komende dagen voorbereiden, beetje
siësta, wordt vervolgd………
Als we wat willen gaan drinken in de bar komt Itsaneng aan, of we al in het oude Drotsky’s camp zijn geweest. Nee, vanmiddag wel wat rond gelopen, maar verder dan het hek zijn we niet gekomen. Dan loopt zij wel mee, kom maar we gaan. Aan de voorkant van de nieuwe lodge gaan we het hekje over en lopen door het bos naar het oude camp. We komen langs de huizen waarin Jan en Eilien, de oude man en Itsaneng met Pete wonen. Itsaneng en Pete delen de woning. Verder langs de toolshop, hier zijn alle meubels en materialen voor het nieuwe camp gemaakt. Stoppen voor een bushbok en door het groene bos naar het oude park. Wat een verrassing, sommige chalets zijn nog bewoond, een paar worden niet meer verhuurd. Het restaurant en de bar zijn nog in gebruik en het uitzicht is geweldig. Vanaf je tafel kun je de krokodillen zien liggen. Itsaneng gaat terug en wij drinken wat in de bar. Samen met mensen die hier campen en een gezin met kinderen dat een familie chalet heeft gehuurd, gaan we met de boot terug. De Okavango is zwart en het is al flink afgekoeld. We moeten gaan eten, het diner staat klaar. Vanavond zijn er weer veel Duitse gasten en op het menu staat vis en ossenstaart. Voor mij maar vis dan. John gaat toch voor de ossenstaart, smaakt naar soepvlees en nog wat, niks voor Hannie. Na het eten praten we nog wat met Jan Drotsky aan de bar. Allerlei onderwerpen komen ter sprake, ook de plannen die we nog hebben voor Botswana, en we komen toch zeker terug. Pete heeft een kaart met 2 parken die we beslist moeten bezoeken. Je kunt er wat wild zien en het is niet te duur. Het is Mahango park en Buffalo Park. We zullen morgen wel zien wat we doen. Een groep Duitsers die hier logeert denkt erover oom ook de weg van Nokaneng naar Dobe te rijden. Jan heeft hun verteld dat hij aan John moet vragen hoe de weg is. Nee hoor, ze vragen niks, ook goed. Het is een gezellige avond, persoonlijk dat Jan Drotsky gewoon achter de bar staat. Jan geeft ons zijn privé nummer, als er iets is in Botswana moeten we niet twijfelen om hem te bellen. Maakt niet uit waar we zitten. Heerlijke vent
woensdag 29 augustus 2012 ( dag 16 )
Na het ontbijt vertrekken we naar Camp Kwando. Vanuit Shakawe de grens over bij Mohembo, papiertjes invullen, boek inschrijven, auto laten controleren en dan door naar Namibië. Weer uit de auto, papiertjes invullen, boek inschrijven en door naar hek nummer 3. Boek voor de auto inschrijven en verder. Door Mohangu game reserve, weer een hek en laten weten of we door het park of vanaf de grens zijn gekomen. Boek invullen en verder. Door naar de B8, rechtsaf naar Kongola. Ook hier komen nog 2 hekken waar we moeten stoppen, niet uit de auto hoeven en door mogen rijden. En aardig blijven, netjes lachen, handje omhoog en gaan. Net in Kongola gaan we rechtsaf (C49) naar Camp Kwando, hier wordt een nieuwe weg aangelegd volgens mij door Taiwanezen of Chinezen. Ernaast is een zandweg uitgegraven. Gelukkig als je hut hier niet stond, anders was die weg. Soms gaat de weg rakelings langs een hut. De aanleg van de nieuwe weg ziet er goed uit, moet wel een strakke weg worden.
De Kwando rivier loopt bijna parallel aan de Okavango, hij loopt vanuit Angola over de Caprivi strip en dan in Botswana. Daarna mondt hij uit in het Linyanti moeras. Ons treehouse ligt aan de Kwando rivier, wel jammer dat er nog bomen op de oever groeien, hierdoor wel lekker schaduw maar minder uitzicht. Met Fiena van Camp Kwando bespreken we de activiteiten voor vandaag en morgen. Vandaag een boottocht om 16:00 en morgen een game drive en een sundowner.
Voor de boottocht genieten we van een kop thee en dan het water op. Heerlijk relaxed. We zien olifanten, hippo’s, wildebeest, en veel vogels waaronder: bijen eter
Het driegangen menu is voortreffelijk, vooraf een vers gebakken broodje met butternutsoup, daarna aardappelpuree, in een vormpje met een soort bobotie en mooi gesneden groenten. Als toetje een trio van chocolade. De chef, Sharon kwam zelf vertellen wat op het menu stond. Ik lijk wel terug op school. Na het eten weer eens internetten, het thuisfront laten weten wat we aan het uitspoken zijn.
Donderdag 30 augustus 2012 ( dag 17)
Vandaag een gamedrive door Mudumu NP. Een vervallen bord geeft toegang tot dit park. De paden zijn eng en op plaatsen vol me dikke zand. Betalen moet je bij de rangerspost Nakawatwa. Omdat wij met een gids gaan is dit al geregeld. Die rangerspost is ook niet zomaar te vinden, zou er zelf langs door zijn gereden. Het park heeft veel vogels en ook de big five. De dieren zijn er echter schuw en ook niet gewend aan auto’s. Als je aan komt rijden verstoor je nog echt het plaatje. Wel zien we drie keer de Roan antilope, een met uitsterven bedreigd dier. Eerst een kont in het hoge gras, dan 2 op een afstand en dan een heel stel dat de weg kruist. Mooi moment. De wegen in dit park zijn echt 4x4 wegen. Langs de rivier wordt het moeilijker rijden. Ook hier kort bij het water zien we niet veel meer wild, jammer. Verder zien we wel olifanten, wildebeesten, sporen van nijlpaarden en giraffes, impala’s en vogels. Het wordt al heet als we terugkomen bij het camp.
In de namiddag gaan we voor een sundowner, een bootcruise met hapjes en drankjes. En zoveel vogels als we gisteren zagen, zo weinig zien we er vandaag. Wel een aantal olifanten die aan de kant van het water aan het grazen zijn. De hapjes zijn heerlijk en het drankje lekker koud. Het uitzicht vanaf het water is prettig, een fijne manier om op safari te zijn. Bij terugkomst kunnen we bijna direct aan tafel, het drie gangen menu is weer uit stekend. En deze keer komt kok Winny vertellen wat het menu is. Vooraf hebben we gerookte gemsbok, beef filet met gebakken aardappelen en een overheerlijk toetje. De keuken in dit camp is van meer dan goede kwaliteit. Na een afzakkertje op tijd naar bed, morgen moeten we weer reizen.
Vrijdag 31 augustus 2012 (dag 18)
De stroom in camp Kwando gaat er pas op om 07:00, dan zijn wij al aan het ontbijt. Dat is het enige nadeel dat ik kan vertellen over dit camp. Na het uitchecken, gaan we weer de weg terug naar Kongola en dan de B8 op naar Ngohma bridge, we komen langs Katima Mulilo waar we tanken. Dan aan het eind van Katima Mulilo rechts naar Nhoma Bridge, de grens over met Botswana. Aan deze kant is het wat groener, met de nadruk op wat. De grens over in Namibië gaat vlug, papiertjes invullen, stempelen, en weg. Dan de auto in, 200 meter verder weer stoppen en auto boek invullen. De jongen hier heeft honger en we geven onze salty crackers af. Dan 2 km verder rijden de brug over naar Botswana, dit is een mooi uitzicht. Aan het einde van de brug stoppen, auto laten controleren op rauw vlees en fruit, op een badje met spul tegen mond en klauwzeer stappen, de auto door een bak van dat spul rijden, eventueel nog naar de curio kijken die ze ook verkopen, en door naar het douane kantoor. Bij het douane kantoor wee papiertjes invullen, stempels en auto boek invullen. Hier moeten we ook een document kopen ( Pula 110) om op de wegen van Botswana te rijden. Tja, gelukkig hoppen we nog eens de grens over, bij de grensovergang van Dobe was geen papiertje te koop.
We zijn nu snel in Kasane en Marina Lodge ligt midden in het stadje. Het inchecken duurt aardig lang, er staat maar 1 dame aan de receptie en zij moet alles doen, uitchecken, telefoon, inchecken. Niet echt vriendelijk en service gericht. Onze kamer maakt weer wat goed, slaapkamer met zitkamer, koffie faciliteiten en een ruime badkamer. We lopen Kasane in en zijn snel weer terug, lunchen en van het mooie uitzicht genieten. Tijd voor siësta.
Vanavond gezellig gegeten in het gewone restaurant, onder de vloer van het restaurant loopt een waterval en daar ligt een krokodil in. Stoel naar achteren schuiven, over de reling kijken en daar is ie. Even de krokodil bekijken en dan weer verder eten,
Zaterdag 01 september 2012 ( dag 19)
Gruwelijk vroeg op, om 05:45 verzamelen bij de receptie en dan op game drive in het Chobe National park. We zitten met 6 personen in de jeep, waarvan een verschrikkelijk stel. Kwebbel, blabla en lachen. Nog erger dan pubers. Al eens een keer schsch gedaan, werkt niet. Eens hardop godverdomme gezegd, werkt ook niet. De man voor hen kijkt al een paar keer boos achterom, werkt ook niet. De gids zegt niks, makkelijk. Dan schiet de Italiaanse vrouw voorin uit haar slof. Dat werkt, ze blijven de hele game drive stil. Chobe is een ontzettend groot park, ook hier zijn de paden vol met dikke mulle zand. Olifanten, groot en klein zie we veel. Sommige slapen op een helling, anderen zijn druk bezig om wat bomen te vermorzelen. De grootste populatie van olifanten vindt je hier in Chobe. Dit zie je ook terug aan alle struiken en bomen in het park. In de buurt van Serondela zien we in 2 verschillende bomen: luipaard. Heel hoog in de boom klimt de ene nog wat hoger. Dat luipaard wandelt door de boom, zo gemakkelijk, schitterend om te zien. Het andere luipaard vindt het wel goed, gaat maar aan de andere kant in de boom liggen waardoor wij aalleen zijn rug en staart nog zien. Verder zien we nog: waterbok, giraffes, nog meer olifanten, impala’s en kudu. Niet te vergeten ook de buffels en de hippo’s aan de kant van het water. De tijd vliegt en we gaan alweer terug naar de lodge. Ontbijten, en koffie! Het Italiaanse stel komt nog kijken of John een goed shot van het luipaard heeft gehad, tuurlijk, wat een vraag. Zij heeft geen goed shot, dus wisselen we email adressen uit zodat John haar de goeie foto kan sturen. Vraagt John geld voor de foto? Nee helaas, verzeker ik haar, ik kan hem niet overtuigen om er geld mee te gaan verdienen. Oké, dan moeten we niet naar Italië gaan zonder langs te komen. Zij zit in de wijn business en wil ons graag uitnodigen. Wie weet, you never know
Na het ontbijt lopen we naar het politie bureau. Achter het politie gebouw staat een grote baobab. In deze baobab werden vroeger de vrouwen opgesloten bij gebrek aan een cel. Tja, wat moet ik ervan zeggen, bedenk zelf maar wat je ervan vindt.
Terug, siësta en op het terras met uit zicht op de Chobe rivier, een palmboom rechts en links ga ik weer verder schrijven aan het verhaal. Sapje erbij, en lekker mijn jurk aan uit Zanzibar. Dat wijde ding is heerlijk in deze temperatuur.
Vanavond gegeten in de tuin van Chobe Marina Lodge. Gezellig olie lampen op de tafel en bij het buffet gewoon verlichting. Af en toe valt de verlichting uit maar uit eindelijk is het weer gemaakt. Wij hebben ons lampje bij, kunnen we zien wat we opscheppen. Ook vandaag is het eten weer goed en de bediening aan onze tafel is voorkomend en snel. Na het eten nemen we nog iets te drinken in de poolbar. Een Belgisch reisgezelschap is aangekomen en het is leuk om weer eens in je eigen taal te kletsen. Ze zijn 10 dagen geleden in Kaapstad gestart, koud, ijs regen en niet naar Robbeneiland kunnen gaan omdat de oceaan te wild was. Nou hier is het warm genoeg, niet over te klagen.
Maandag 03 september ( dag 21)
Op tijd op, inpakken en ontbijten. Als we de receptie inlopen is het rustig, dus checken we voor het ontbijt uit. Aan deze receptie weet je nooit hoelang je moet wachten. We kunnen betalen met de dollars en dan ontbijt. We werpen nog snel een blik op Chobe en gaan dan naar Nata. We rijden het dorp uit, en net na Kazungala is er een snelheidscontrole. Een agent met een lasergun meet 79 km ipv 60 km. Ja, aan de kant! John moet uitstappen en bij de andere agent de gegevens doorgeven. We kunnen de boete van P480, = betalen in Nata bij het politie station, of omdraaien en dat daar doen. Deze agent heeft geen wisselgeld. Dan heeft John onverwachte charmes , hij vraagt of hij ook in Holland mag betalen, de agent lacht. John houdt zijn vingers gespreid voor het gezicht en zegt in het boeren-Engels: ken joo doo like this? Dan stuurt de agent hem lachend weg. We zijn weer op route.
De weg van Kasane naar Nata gaat langs de grens van Zimbabwe, en na een x aantal kilometers weer wat meer Botswana in. We zien een aantal plakkers kampen en ik ben vergeten te vragen of dat vluchtelingen uit Zimbabwe zijn. Zag er heel slecht uit. Verder zien we in het begin best wat wild, een kudde sabel antilopen, olifanten, struisvogels en giraf en ook warthdogs. En dan beginnen de wegwerkzaamheden, 135 lang! Naast de nieuwe weg ligt een stuk asfalt zonder belijning en dat is zolang de weg. Het asfalt van de oude weg is helemaal vermorzeld en ligt op hopen langs de weg. De nieuwe weg wordt aanzienlijk breder en ziet er ook al strak uit. Over de hele lengte zijn ze aan het werk. Overal aan een verschillende fase. Moet uiteindelijk bijelkaar uitkomen. Zal wel goed komen voor de regentijd begint. Waar we verder kunnen over de nieuwe weg zijn er hobbels aangebracht, moet je stapvoets nemen en liggen als een estafette van elkaar vandaan. Wat een idee! Waar het zand voor de weg is afgegraven zie je op diverse plekken langs de weg een groot gat in wat eens het bos of bushwas. Bomen staan er op 1 meter hoogte en alle struiken en zand erom heen zijn weg, een groot gapend gat. Ook opmerkelijk voor dit stuk weg is dat er veel zwaar vrachtverkeer over heen gaat, meer dan ik tot nog toe ergens gezien heb.
Aangekomen bij Nata Lodge zijn we overboekt. We kunnen in een splinternieuwe lodge Pelikan terecht of in het dorp in de North Gate lodge. We kiezen voor de North Gate lodge omdat deze wat kleiner is en in het dorp ligt. Het is er netjes en er zit 24 uur een guard voor het hek. Ook kunnen we hier weer eens op internet en onder het genot van een koud drankje checken we onze mail en sturen een kort bericht naar het thuis front. Het is hier niet veel koeler dan in Kasane en de wandeling door het dorp is dan ook héél erg kort. Siësta tijd en dan eens kijken naar de Makgadikgadi Pans. We hebben een route van Pete ( van North Gate) gekregen en melden ons bij het hek van Nata Bird Sanctuary en betalen de entree. We volgen de route die Pete ons op een A4 heeft meegegeven en komen uit bij het uitgangspunt. Nog ff en de zon gaat onder. Deze Sua pan is heel anders dan de pan in Etosha, geen spijt dat we deze ook bezoeken. Wat wild betreft alleen wildebeest gezien en verder bijna niks, maar toch, de begroeiing is heel anders en zeker de moeite waard voor een bezoek.
Dinsdag 04 september ( dag 22 )
Weer vroeg op, ontbijten en naar Maun. Als ik bij de receptie wil betalen zegt de medewerkster, nee, jullie hoeven niks te betalen, Nata Lodge pakt de bill op. Niet waar, ja echt en ze kijkt nog eens in het scherm. Nou dat is een mooie verrassing. Mag eigenlijk ook wel, het onderkomen bij North Gate is beduidend minder dan Nata Lodge, valt ook een beetje uit de toon bij alle accommodaties die we deze reis gehad hebben. Maar wij deden niet moeilijk met die overboeking dus iedereen blij. Op naar Maun. Het schiet goed op en rond 11:30 zijn we bij Audi Camp in Maun. We melden ons bij de receptie en dan zegt die jongedame: You didn’t pay the bill at North Gate. What? Ik kijk haar eens aan en ze zegt, de dame van North Gate heeft gebeld en we moesten nog betalen. Ik ben stom verbaasd, ook een leuke binnenkomer. Nou, rond 12:00 belt de dame van North Gate terug en dan wil ze mij spreken, tja moet ze doen. Ongelooflijk, nog nooit meegemaakt dat we ergens als een klaploper arriveren. We checken in, worden naar onze tent gebracht en zijn net klaar met de koffers in de tent zetten als het meisje met de telefoon komt aanlopen. De dame van North Gate aan de telefoon. We hadden niet betaald en moesten maar komen om dat te doen. Onze drankjes en eten moest betaald worden. Ik blijf vriendelijk en zeg haar dat ik vanmorgen bijhaar was om te betalen en dat ze zelf heeft verzekerd dat alles door Nata lodge betaald werd. Nou, Nata lodge betaalde alleen overnachting en ontbijt, de rest moesten wij doen. Tja, ik ga echt geen 600 km heen en weer rijden om iets te betalen. Ja, we moesten wel meewerken!?! Zij was verkeerd geïnformeerd door het management en tja, dan moeten wij het maar oplossen en anders het geld bij Audi afgeven en dan kwam zij het wel halen. Nu wordt het me wel wat gortig, haar probleem wordt nu mijn probleem, kan ik niet hebben. De toon wordt nu wel anders, ze heeft niet een keer gezegd dat ze zelf ergens schuld aan is, of ook maar een keer sorry gezegd. Ze regelt het maar met Nata lodge of haar management, maar op deze manier kun je met mij niet verder. Nou dan wordt ze ontslagen en dan komt ze zelf het geld hier wel halen. Ik vertel haar vriendelijk dat deze conversatie nu beëindigd wordt en dat ze maar contact opneemt met haar management of Nata Lodge. Het meisje van Audi dat nog steeds met het basis toestel in haar handen naast me staat, blijft met haar hoofd schudden. Ook zij kan het niet geloven. Wat een gezeik! Weet ook niet wat we hier mee moeten, ik heb niks van Pete of van Nata Lodge gehoord, dus ze bekijkt het maar.
We gaan kijken wat we aan activiteiten hier kunnen doen. Audi Camp regelt mokoro tochten, safari ritten, vluchten in de delta. Alles voor 1 of meerdere dagen. Wij zijn hier echter alleen vandaag en morgen en een hele dag safari in dit weer is niks. Niet de juiste tijd om de hele dag door veel te zien en stof happen hebben we genoeg gedaan. Maar er is ook een helikopter vlucht, 45 minuten voor P 3900, = of 1 uur voor P 5200, =, en dan zie je vanuit een heel ander perspectief de delta. Doen we! En inderdaad, de helikopter vlucht met Horizon helikopter is geweldig, met 5 minuten ben je over het akkerland(?) heen en in de delta. Wat een wondermooie groene wereld, overal gras, water, bomen en struiken. Dit is nu wat je noemt een whauw gevoel. Ik probeer wat op film vast te leggen en John maakt wat foto’s. Maar helaas van het filmen, ik heb het te druk met kijken. Volgens mij heb ik de hele rit met een grote smile op mijn gezicht gezeten, net een klein kind! Blij en tevreden rijden we allebei weer terug naar Audi Camp. Hier is een gezellige bar en daar gaan we lekker wat drinken, morgen hoeven we niet te rijden en opstaan om vijf uur hoeft ook niet, gelukkig.
Woensdag 05 september (dag 23 )
We gaan Maun verkennen. Tegenover het vliegveld is een winkel van twee fotograven, Tim en June Liversedge. Geweldige foto’s, ook te koop, al dan niet in een frame. Prijzen, navenant, John moet toch ook maar eens wat gaan verkopen. Maar baas boven baas, deze foto’s zijn subliem. Nou nog wat craft shopjes bezoeken, deze reis hebben we slecht 2 kleine dingen voor onze neefjes gekocht. Maar ook nu is er niks bijzonders, meer en meer hetzelfde. Dan blijven de pula’s nog maar in de beurs. Lunchen bij Motsana’s, een hippe en trendy plek. Het is nu weer rond 2 uur, heet en plakkerig, tijd voor een siësta. Tot straks.
Voordat we gaan eten eerst eens met de voeten in een bak water, anders komen wij dadelijk niet meerdoor zo’n veterinary fence J Het water uit de douche is bruin of wij zijn echt smerig, kan natuurlijk ook. Voor de zekerheid spoel ik na het tandenpoetsen niet mijn mond met kraan water, toch maar een fles water gebruiken. Lekker gegeten bij Audi Camp, een echte bush keuken kun je dit noemen. Niet teveel fratsen maar wel veel en fatsoenlijk. Na het eten drinken we nog gezellig een wijntje op ons terras. Nog lekker warm om te zitten, een groep kinderen heeft nog pret in het zwembad en de geiten lopen nog overal rond. Als de kinderen naar binnen zijn beginnen de brullfrog’s met hun concert.
Donderdag 06 september (dag 24)
Vroeg op en om 6:00 uur op weg. Het is nog donker als we opstaan en koffie maken, koelbox gevuld met koud water, sleutel kunnen we op de kamer laten steken. We rijden Maun uit via de A3 richting Ghanzi. De weg naar Mamuno is goed, alleen moet je de hele weg goed opletten voor overstekende geiten, koeien, honden met pups, struisvogels en zelfs paarden die hier overal loslopen. Bij het verlaten van Maun ligt al een hond kapot midden op de weg. Dat is niet het enige kadaver wat we vandaag zien, in totaal 8 kadavers van koeien, een paar geiten en een struisvogel. Sommige al een paar dagen oud aan de resten te zien, andere wat verser. We hebben weer een veterinary control en als we uitstappen om onze slippers en schoenen in het badje te soppen is het hier koud, kippenvel koud! Jemig wat een verschil, broek aanritsen, sokken en schoenen aan en vest ergens uit plukken. John wilde het wat frisser maar dit is een groot verschil. Tanken doen we in Ghanzi waar we ook een kop koffie drinken in het Kalahari Arms hotel. Wat spul als ontbijt kopen we bij Choppies en dan weer de weg op. Het schiet goed op maar het is hier wel een jas kouder. Aan de grens bij Mamuno en Buitepos gaat het snel, ondanks dat de computer bij Buitepos is uitgevallen. En dan zijn we 27 km verder bij Kalahari Bush Breaks, ons laatste adres voor Windhoek. Het uitzicht: ik kan van ons tot Maastricht kijken en er is alleen maar bush, waar ik ook kijk. En kolibries niet te tellen zoveel. Wat wel wennen is, nog een trui aan, koud in de Kalahari!
Hier in Kalahari Bush Breaks kun je een 4x4 toer doen, een dag met de boer mee of gaan jagen. Ook zijn er 2 wandelingen uitgezet, een van 3,5 uur en een van 2 uur. De wandeling van 2 uur brengt je naar de hide, dat is het betere werk. Om 19:30 is er gezamenlijk diner met alle gasten op de boma. Vlakbij is nog een waterhole waar we best veel waterbokken en kudu zien. Het eten is goed verzorgd en aan tafel is bijna iedereen behalve de fransoos aan het einde van zijn vakantie. Ook het personeel is strak geregisseerd, wel te zien dat we weer in Namibië zijn. Ondanks dat de boma aan de zijkanten is dicht gemaakt met doeken, blijft het fris, iedereen moet wennen aan het grote temperatuur verschil. Na het eten warmen we ons nog even op bij het open vuur en dan naar onze kamer. Nog genieten van de Kalahari met zijn uitzicht, wild en gigantisch mooie sterren hemel. Stil en samen sterren kijken, romantischer kan het niet zijn.
Vrijdag 07 september ( dag 25)
Na het ontbijt, ook weer strak verzorgt, gaan we naar Windhoek. Ongeveer 300 km rechte weg, geen kadavers! Wel een verschil met 4 weken geleden, alle bomen beginnen uit te springen, groen, bloemen. De lente is nu echt begonnen.
Het eerste wat we doen in Windhoek is een espresso drinken in het centrum. Echte espresso, verder niks, heerlijk! We lopen nog wat door het centrum, bouwgeluiden, mensen die praten, auto’s, kabaal all over. Ik moet mijn verhaal nog afschrijven, niet het laatste stuk er thuis aanplakken wat dat wordt niks meer. Dus naar het laatste adres, Terra Africa, een gezellig guesthouse aan de rand van de stad. Vanavond naar Joe’s beerhouse, hier moet je als toerist geweest zijn. En inderdaad je kunt er goed eten en na afloop nog wat drinken. Morgen naar huis en dan moeten we weer in het gareel.
Zaterdag 08 september dag 26
Wat later op en ontbijten. Na het ontbijt alles enigszins georganiseerd inpakken. We kunnen de koffers bij Terra Africa halen en als we terug komen uit de stad hier weer oppikken. Dat is makkelijk, no worries over wat er in de auto zit. We parkeren de auto vlakbij Independence avenue en lopen de stad in. We bekijken de Christus Church, ruiterstandbeeld , nog een gedenkmaal. Zoo park en het oude centrum. Leuke stad , véél winkels en genoeg craft ( op straat en in winkels) die niet te opdringerig is. Ook een makkelijke stad er zijn 2 belangrijke wegen en de rest is overzichtelijk. En nogmaals, lekkere koffie!.
Als we de heerlijke koffie bij Illy op hebben en na nog een kleine lunch , gaan we terug naar Terra Africa. Hier drinken we nog een kop thee en lezen de krant, dan gaan we op weg naar het vliegveld, auto inleveren en wachten tot we kunnen boarden
Weer ’s nachts vliegen, de piloot geeft aan dat het een beetje storm is boven Africa. Tja, is doe m’n ogen dicht en slaap. Sorry John, ik kiep letterlijk in slaap, storm of geen storm.
We landen netjes op tijd en het lukt om de trein van 08:00 te pakken. Jo komt ons halen in Aken en dan zijn we rond de middag weer thuis.
Home Sweet Home