Namibië & Kgalagadi Transfrontier Park 2010
Maandag 17 mei
We landen netjes om 05:08 en via de douane Namibië in. We zijn in Windhoek, de hoofdstad van Namibie. Een stad met vele Duitse koloniale invloeden. Een chauffeur van KEA staat al op ons te wachten. Als er nog 2 dames zijn gaan we naar Windhoek. KEA gaat pas om 07:00 open maar voor vroege gasten is er al iemand om 06:30. We krijgen eerst het papierwerk van de auto en gaan dan de auto laden met de medewerker van KEA. Campingspullen, dekens, hoe werkt de tent, reserve wielen, band wisselen, druk van de banden, wat is 2H en 4 L, alles wordt uitgelegd. Dan gaan we voor een 4x 4 testdrive, we rijden kort de stad uit en op een ruig terrein ff testen. Oké, van ons mag het. Als we terugkomen, controleren we de auto nog aan de buitenkant en dan gaan we naar Maurea Mall. Bij Woermann en Brock doen we de eerste boodschappen. Bij het afrekenen krijgen we hulp van 1 caissière en 3 inpakkers. Als met hulp van 1 inpakker alles in de auto staat, gaan we een broodje eten. Om 13:00 gaan we richting Terra Africa, een kort ritje tot de bestemming van vandaag. Na het warme welkom gaan we rechtsreeks onder de douche en slapen. Om half vier zijn we weer een beetje mens en gaan de bagage ordenen. Dan de auto, alles op een goede plek leggen, we zijn er klaar voor! Een glaasje witte wijn op het terras hebben we nu wel verdiend. Het wordt snel donker en koelt behoorlijk af. Na een voortreffelijk diner genieten we nog ff op het terras van Terra Africa, een smaakvol ingerichte guesthouse waar her en der kunst ten toon staat.
Woensdag 19 mei
John maakt me om 05:00 wakker en vindt dat we maar op moeten staan. Eerst een heerlijke douche in het keurig verzorgde ablution bloc. Er is heet water en veel water. John heeft de koffie klaar en na het ontbijt ruimen we de tent op, helaas kunnen we de dekens er niet in laten en moeten we alles eruit halen. Prettig dat we de flightbags hebben om het beddengoed in te doen. Om 07:00 vertrekken we richting Zuid Afrika. We gaan naar het Kgalagadi Transfrontier Park. De boeking in het park is niet zoals gepland omdat de parkenraad in zuid afrika alles in de verkeerde volgorde heeft geboekt. Nou ja, het is haalbaar dus we zien wel. Het park , op de grens met Botswana en Namibie ,is 2 keer zo groot als het Kruger Park. En bekend om de karakteristieke rode zandduinen van de Kalahari (semi) woestijn. Onderweg zien we een van de eerste Acaciabomen met een wevernest erin. Na 185 km gravel komen we bij Mata Mata. De ingang van het park is tevens de grens. Hier halen we eerst de stempels en de permit voor het Kalahari Gemsbok NP. Dan nog 130 km naar Tweerivieren, geen rivier te zien. De eerste 100 km in het het Kalahari Gemsbok NP is veel groen, begroeiing en hoogte verschillen. We zien 3 cheeta’s, blue en red wildebeest, een yellow mongoose, jakhals en veel gemsbokken. Bij aankomst in Tweerivieren moeten we de klok een uur vooruit zetten. Als we op de campsite aankomen eerst stoffen en dan een koud biertje uit onze eigen koelkast. Vanavond eten we een eigen gemaakt diner, vooraf tomatensalade, als hoofdgerecht namibische boerenworst met witte bonen in tomatensaus en als toetje yoghurt. Lekker rood wijntje erbij, kampvuur aan, hoe goed kun je het hebben! Het koelt weer snel af en vannacht is het echt koud.
Donderdag 20 mei
Eerst de permit ophalen bij de gate en dan van Tweerivieren naar Nossob. De weg naar Nossob is gedeeltelijk afgesloten zodat we eerst richting Mata Mata rijden. Bij Auchterlonie gaan we rechts richting Nossob. We stoppen bij Melkvlei om iets te drinken en dan verder. Vanaf Jan se draai tot Dikbaardskolk, een bumpy road is er niets bij vergeleken. De bumper valt er al bijna onderuit en John moet een cabletyre lenen van een Zuid-Afrikaner. Always Handy zegt de vrouw van de Zuid-Afrikaner. Weet ik denkt Hannie, John zou na de zomervakantie Oostenrijk /Italië nooit meer van huis gaan zonder tyraps. Maar alez, we zetten het wel op de inpaklijst erbij. Vanaf Dikbaardskolk en de cabletyre gaat het een stuk beter, alleen zien we nog steeds geen Kalahari leeuw. Wat we wel hebben gezien is vogels, black jacked jackal, blue en red wildebeest, gemsbok, springbok, struisvogels. We zijn op tijd in Nossob en maken ons camp klaar, John controleert de auto en ik doe een wasje. Vannacht kunnen we wild spotten in de hide out. Tot straks.
Na het diner van spek, eieren, gegrilde paprika en tomaat, onder het genot van een wijntje zitten we nog lekker bij de BBQ. Door de kolen en het hout is het lekker zitten, het koelt hier minder snel af. ’s Avonds naar de hide out, we zien een black jacked jackal, die vertrekt omdat een dozijn ogen hem zitten te begluren. Wachten………………..wachten………………….wachten……………………….gaap……………gaap………………dan veel kleine jackals, dan weer wachten……….wachten, we gaan naar bed!
Vrijdag 21 mei
De grond is vochtig als we opstaan, we maken ons ontbijt en ruimen op. John vertelt met de buurman, deze heeft 3 maanden per jaar vakantie, sheriff germiston south, S. T. Van Der Merwe. Hij geeft z’n kaartje af als we eens willen boeken. Als de zon goed en wel op is gaan we op pad naar Mata Mata in het Kalahari Gemsbok NP. Er is niet veel wild te zien, wel is de Kalahari een groot park met veel verschillende soorten begroeiing, vlak en heuvels, droog en groen, rood en geel zand, vooral uitgestrekt en ’s nachts koud, overdag heet, bomen struiken en gras. Voor de kou heb ik een t shirt, hemd en trui aan, om 11:00 gaat de trui uit en om 13:00 het hemd. Richting Mata Mata zien we een kudde van 15 giraffe. De weg tot de afslag naar Mata Mata is slecht, daarna wordt de weg weer goed. Samengevat is de weg van Tweerivieren en Mata Mata goed, de rest van de weg is veelal wasbord. We zien nog gemsbok, wildebeest, zowel blue en red, springbok en de 3 cheeta’s. De moeder heeft een band om. Het wordt tijd voor een telelens, want ze liggen onder een struik, met het blote oog niet te zien, alleen met een verrekijker.
Bij Mata Mata lever ik de permit weer in en gaan we tanken. Aan de receptie vraag ik voor een schroef, de verbredingstrip van het spatbord rechts zit los, de cabletyre is nu ook weg. De jongdame zal een technician naar de campsite sturen. Als we goed en wel op de plaats staan komt de jongeman al aan. John kijkt met hem wat het probleem is en hij zegt: oké I’ll fix it. 20 minuten later zit het ding weer hartstikke vast en heeft John een reserve bout. Met een stapel t shirts en 100 rand betaalt John onze helper. Ik ruim de auto weer eens op, alles is door elkaar gerabbeld, een 5 liter can water is kapot gegaan. Gelukkig droogt het hier snel. Onze auto staat 3 meter van het hek af, vanavond hebben we onze eigen hide out. De ingang van de tent hebben we zo neer gezet dat we vanuit bed het waterhole in de gaten kunnen houden. De BBQ staat een meter van het hek af, John gaat de lamsteak grillen. Verder is iedereen op de campsite hier met kleine kinderen relaxed aan het BBQen. De temperatuur is om 18:00 Afrikaanse tijd nog aangenaam. Tafel en stoelen staan klaar, laat het wild maar komen.
De wijn bevriest in de metalen glazen, koffie gemaakt, smaakt lekker en houdt je warm. 1 jackal en 1 gemsbok komen kijken. We kruipen in de tent en kijken nog 5 minuten naar het waterhole als onze ogen in slaap vallen.
De imposante Kalahari leeuw ( met zwarte manen) heeft zich nog niet laten zien!
Het Kgalagadi Transfrontier Park
oor veel mensen is het Kgalagadi Transfrontier Park de ultieme wilderniservaring. Het kan er heet en droog zijn, maar het is altijd spectaculair: voor iedere bezoeker is er iets bijzonders. Misschien is het wel het stilhangen van de goochelaar (een soort slangenarend) tegen een steenrode zonsondergang, of een groep meerkatten die rondsnuffelen bij hun burcht, of gewoon een stofwolk die uiteindelijk een familie springbokken blijkt te zijn. Of gewoon … deel uitmaken van iets elementairs en wonderschoons. Dit is echt een plek om de accu even helemaal op te laden.
De Kalahari-woestijn strekt zich uit naar het noorden vanaf de Oranjerivier in Zuid-Afrika door Oost-Namibië, Botswana, West-Zimbabwe, Angola en Zambia tot voorbij de evenaar in de Democratische Republiek van Kongo; en dat alles op 1,63 miljoen km2. Het is een immens bassin met het grootste zandoppervlak ter wereld. “Het staat wel bekend als een woestijn”, schreven Michael Knight en Peter Joyce in The Kalahari: Survival in a Thirstland Wilderness, vanwege de zanderige, poreuze grond, de gloeiend hete zomers, het weidse en vaak monotone landschap, de schaarse - en onvoorspelbare - neerslag en het vrijwel volledig ontbreken van oppervlaktewater.
Maar … dit stereotype beeld klopt op slechts enkele plaatsen. Betere benamingen voor het gebied zijn dan ook: “woestenij”, “dorstland” of (meer technisch) “een semi-aride leefomgeving”.
Zaterdag 22 mei
Om 05:00 start het aggregaat en maakt ons wakker, opstaan wassen en koffie. Ik heb geen zin in cornflakes, is me te koud. Samen zitten we met het dekentje ( waat mos se doa mit?) over de knieën, koffie leuten en de zon zien opkomen. Met het inpakken van de tent bevriezen m’n vingertoppen. Welkom in de Kalahari. Om 07:15 gaan we de permit halen. 10 Meter verder gaat de grens pas om 08:00 ( Afrikaanse tijd) open. Dan nog voor een quick drive het park in.
Grens over, papiertje invullen, stempel krijgen, nog een stempel, papiertje aan controleur van auto geven. Auto laten controleren. Alez, werk hebben is niks. Vanaf Mata Mata tot Keetmanshoop komen we 4 auto’s tegen, 273 km! Het landschap is onmetelijk weids en uitgestrekt, tot aan de horizon is alleen natuur te zien, wel zijn er overal stroompalen. Keetmanshoop zie je slecht liggen vanaf de weg, het gaat over in de natuur. Eerst gaan we naar de Spar om de food bij te vullen en daarna bij de Standaard bank geld pinnen. Dan de stad weer uit en naar Quivertree. Hier moeten we ons melden op de boerderij van Gariganus, om naar Giants Playground te gaan. De dolorieten rotsformaties zijn erg groot en liggen onwerkelijk op elkaar gestapeld, we wandelen rond en zien tot in de verte alleen maar immens grote rotsblokken. De verklaring voor de grote rotsen en hun manier van stapelen is dat het lava is die niet geerupteerd is. Terug bij Quivertree drinken we wat op een verhoogd terras van gebruikte materialen. Heel origineel een afdak met terras gemaakt. De trap klopt niet helemaal, John breekt bijna een teen met de trap oplopen.Qua constructie kan John alleen maar z’n hoofd schudden. Apart is het wel. Om 16:00 gaan we de cheeta’s voeren. Het zijn er 3 die naast het huis leven. Ze kunnen niet vrij gelaten worden omdat in de omgeving alleen maar schapenboeren zitten. Op deze boerderij worden ze dagelijks gevoerd en hebben en royaal terrein waar ze vrij kunnen lopen. Voor het eten gaan we nog naar het kokerboomwoud om de zonsondergang te zien. Dit kokerboomwoud is aan het einde van de camping en het bijzondere is dat hier heel veel kokerbomen zijn. Terug genieten we van een heerlijke maaltijd van salade, rijst, kudu ( bereidt als een soort bobotie) en een brownie na. Voordat we gaan slapen eerst nog het dagboek bijwerken.
Zondag 23 mei
Uitgeslapen 06:00, ontbijt bij Quivertree. We zijn de enigste 2 gasten in de lodge en genieten van een fijn ontbijt met vers brood, scrammbled eggs, cereals, beleg en jus d’orange. De kat ligt lekker naar het toast apparaat te slapen en draait zich nog een keertje om. Om 07:30 gaan we op weg naar Ais Ais. Via de B1 B4 C12 C37 en C10, aan de linkerkant passeren we het klein Karas gebergte. We passeren ook 2 rivieren waar we door heen moeten ( de droge rivier loopt gewoon door de weg), helemaal droog. Ook hier overal stroompalen langs de weg. Onderweg zien we alleen rotsen en weinig rotsbegroeiing.
We stoppen bij Hobas, het begin van de Fish River hiking trail. De trail loopt 85 km door de canyon. Je neemt een matje, slaapzak, water en voedsel mee in je rugzak. Slapen doe je op een beschutte plaats in de canyon en over 5 a 7 dagen ben je in Ais Ais. Ik durf amper naar beneden te kijken, het gaat behoorlijk steil omlaag via een smal paadje. Echt iets voor bikkels. We wandelen langs de Fish River Canyon , een bijna maanachtig landschap, en maken behoorlijk wat foto’s van de canyon, de op 2 na grootste van de wereld. Dan door naar Ais Ais, hetzelfde landschap trekt aan ons oog voorbij. Dan verandert het landschap plots als we in de buurt van Ais Ais komen, het weggedeelte begint op de Alpen te lijken, hogere bergen en bochten. Aangekomen in Ais Ais rijden we een groene oase in, palmbomen, gewonen bomen, gras. We vinden een mooie plaats op de campsite en maken ons camp klaar. Hier is het lekker heet, John vindt het verschrikkelijk heet. Na een snelle douche gaan we naar de bar voor een drankje en dan terug naar ons eigen kampvuur voor de BBQ. Na het eten en opruimen lopen we nog een rondje, het is om 20:00 nog lekker warm, de wijn blijft vanavond wel op temperatuur. Als we bij de ingang van het park komen wordt daar de vlag volgens protocol gestreken. Vannacht is het aangenaam, niks te bibberen
Maandag 24 mei
Vandaag blijft de auto staan, John maakt zich zorgen over de batterij van de koeling, dus bel ik KEA. De jongeman vertelt me dat we 2 battries hebben, 1 voor de motor en 1 voor de koeling. No worries, you can call me anytime. Dus op ons gemakje ontbijten en tutten. Er komt nog een african wildcat op bezoek, lijkt niet geïnteresseerd en vertrekt weer. Wij wandelen langs de Fish River. Er is een kleine stuw waar vis probeert terug te springen. Als je van deze kant kijkt is het inderdaad ook een mooie oase. We lopen nog een stuk door tot waar de hikers uit de canyon komen en draaien ons dan om, het is te heet om ver te wandelen. Het meegenomen water smaakt verrukkelijk ( er is op de reis hierheen weer een 5 liter can kapot gegaan). We lunchen voor N$ 45 pp in het restaurant en gaan daarna naar het buitenzwembad. Het water dat hier uit de hotsprings komt is 65 ° en wordt afgekoeld voor het buitenzwembad en het binnenzwembad ( spa). Het water voelt warm aan in het rustige buitenbad. Het binnenbad is een echte spa en hier is het behoorlijk druk. Ook hier aan de rand van het zwembad praten we wat zuidafrikaans. Gelukkig is het hier winter! ’s Zomers is het hier 50 ° en nu 35° met een briesje. ( Het park is van november tot half maart gesloten ivm de temperatuur) Als je echter uit het warme water komt duurt het ff voordat het weer aangenaam is. Vanavond gaan we weer lekker aan de BBQ.
De Fish River Canyon (lokaal ook: Visrivier Canyon of Visrivier Afgronde), in Namibie is de op een na langste canyon ter wereld, na deGrand canyonin de VS. Het is een bijzonder indrukwekkend landschap. Hoewel het landschap lijkt op dat van de Grand Canyon, vallen vooral de verschillen op: de stilte, de afwezigheid van bebouwing, verharde wegen, neonverlichting en massa's toeristen. Onder begeleiding van een goede gids is het mogelijk om af te dalen in de Fish River Canyon, maar door de grote droogte en verstikkende hitte gedurende een groot deel van het jaar, is dit afhankelijk van het seizoen waarin men de canyon bezoekt.
De Visrivier is met 650 km de langste rivier in het land. Het water is oranjegekleurd. De canyon is gelegen aan de benedenloop van de rivier. De kloof is circa 160 km lang, tot 27 km breed en is op sommige plaatsen tot 550 meter diep. De canyon begint bij het plaatsje Seeheim en eindigt bij Ai-Ais. Daarna mondt de rivier uit in de Oranjerivier.
De Fish River Canyon is waarschijnlijk circa 500 miljoen jaar geleden ontstaan. Door erosie is de kloof dieper en dieper geworden.
Dinsdag 25 mei
05:30 opstaan, douchen, koffie, tent opruimen. Het wordt een heel ritueel iedere ochtend. Voordat we weggaan, laten we de bandendruk nog controleren aan het service station. Bij de gate waar we onze permit moeten laten zien is het wachten totdat de Namibische vlag weer wappert. We gaan terug over de C10 C37 en C12, onderweg zien we springbokken en struisvogels. Dan gaan we linksaf de B4 op richting Helmeringhausen. In dit dorp zijn 2 (?) huizen, een hotel, een winkel en een garage. We gaan dus tanken bij de garage, kopen een nieuwe can water en wat billtong in de winkel en gaan lunchen in het hotel. De lunch bestaat uit frisches farmbrot en bratwurst mit gemischter salat. Alles kan gewoon in het Duits besteld worden. Dan door richting Maltahohe, 7 km op de C14 ben dan links bij Dabis.
Als we het hek openen is het nog 7 km over farmweg. Waar zou de boerderij toch liggen? Bocht na bocht is het een uitgestrekt ( we zijn er bijna aan gewend) landschap. Oeps na de volgende bocht ligt in de verte de boerderij. Jenny staat met Aaron op de arm al te wachten en brengt ons snel naar onze kamer. Er is weer veel wind. Op het terras voor onze kamer poetsen we het stof van de camera’s af en werk ik het dagboek weer bij. Als we om kwart voor drie onder de veranda koffie gaan drinken, is Stefan er ook. Stefan is lid van de vierde generatie eigenaars van deze oude boerderij. Jenny heeft trouwens lekkere taart gebakken voor bij de koffie. De kleine Lena is ook wakker en Aaron kijkt een beetje de kat uit de boom . We praten in het Duits over allerlei onderwerpen zoals scholing. Jenny en Stefan zijn in Windhoek op school geweest en daarna naar Duitsland voor de verdere ausbildung. Aaron en de kleine Lena krijgen straks thuis onderwijs en gaan dan vanaf 10 of 12jaar naar het internaat. Veel (blanke) ouders hebben een tweede huis in Windhoek en blijven zo bij de kinderen. Anderen gaan 1 maal per maand boodschappen doen en bezoeken dan ook de kinderen. Dabis is 500 km vanaf Windhoek, Jenny en Stefan doen om de 2 maanden de boodschappen in Windhoek en blijven dan een paar dagen. Ze bezoeken dan ook vrienden, gaan naar de film of lekker uit eten in een restaurant. Hier in Dabis is geen krant of tv. Wel is er een schotel voor internet, telefoon en fax. Hoe haal je hier je rijbewijs? Vanaf 6 jaar rij je op je eigen farm rond en vanaf 17 jaar mag je met 1 persoon naast je rijden. Als je 18 bent moet je dan een test doen in de stad. Daarna gaan we met Stefan de farmtour doen. We zijn 2½ uur onderweg en zien de oude boom die 450 jaar oud is (cameltree) en de drie bomen (dadelpalmen), die door de overgrootvader van Stefan geplant zijn. De overgrootvader van Stefan heeft eerst in Betanie een tuin gehad, echter van Betanie is niet veel meer over. Het dorp is of lijkt uitgestorven. We vervolgen de farmtour langs de tuin met cactusvijgen en de groentetuin, de kippen, ganzen en eenden. Bij het eerste waterhole stoppen we, dit waterhole wordt nog door een windmolen aangedreven????. Verder zijn er 21 waterholes op het landgoed, de meeste door de oma van Stefan die water kon vinden door met de wichelroede te lopen. We rijden verder door de droge rivier die slechts 1 maal per jaar water heeft. Gemiddeld valt hier 150 mm water per jaar. Op dit landgoed van 18000 ha leven ze met 3 families, de ouders van Stefan en zijn tweelingbroer, allemaal zo’n 10 minuten met de auto van elkaar vandaan. Allen verzorgen ze een bepaald gedeelte van het landgoed. Als iemand weg is let de ander op het bedrijf. Samen zijn ze ook bezig het schapenras te optimaliseren, ze willen een schaap dat 10 cm hoger op de poten staat ( kan het meer van de struik vreten) en met een korte witte vacht, enkel een zwarte bril ( ivm gezwellen aan de ogen door de zon). De schapen worden voornamelijk voor de vleesproductie gebruikt. Als de zon ondergaat toasten we met het duurste drankje ter wereld: water uit eigen bron in champagne glazen. Voordat Duitsland in Namibië aan de macht kwam, is er interesse uit Engeland geweest voor dit land. In 6 jaar tijd heeft een onderzoeker 36 foto’s gemaakt en kwam tot de conclusie dat de Namib als half woestijn niet interessant was. Van deze foto’s hangen er 2 in de huiskamer van Jenny en Stefan. Hierop zijn is ook de oude boom te zien.
’s Avonds heeft Jenny een heerlijke maaltijd gemaakt, wel heeeel erg veel. Een lekkere kudu steak, aardappelgratin en warme groenten. Een huisgemaakte pudding na. Na de maaltijd praten we in de woonkamer nog over allerlei zaken in Europa en Afrika.
Het was een mooie dag waarbij we een kijkje mochten nemen in het alledaagse leven van een Namibisch gezin.
Voor info www.farmdabis.com .
Woensdag 26 mei.
Ontbijt heerlijk, goed geslapen in een echt bed, geweldige matras en plaats zat! Het water voor de douche wordt op hout gestookt en is loei heet. Wel eens lekker om in een kamer met douche te zijn, wat een genot! Onderweg naar Duwisib Castle zien we veel tafelbergen. De route vandaag heeft een gevarieerd uitzicht, dan weids, dan tafelbergen, gewone bergen, dan weer groen met veel bomen. Via de C14 nemen we de D 826. Het verschil tussen C en D wegen is het onderhoud, C wegen worden elke maand onderhouden en D wegen om de 3 maanden. Toch is de conditie van de D weg redelijk, de C weg is plaatselijk veel slechter.
Als we aankomen in Sesriem is onze eerste indruk: zandput!!! We gaan naar de receptie en kopen een permit. John wil hout gaan kopen maar in de winkel is geen hout of vlees te krijgen. We rijden het kamp uit en gaan naar tankstation Engen ( vlakbij). Je kunt er internetten, broodje eten, hout en vlees kopen. Alez, koud drankje op het terras en dan kijken we elkaar eens diep in de ogen. We hebben niet veel gesproken sinds we aankwamen in Sesriem. Moeten we echt 3 nachten in deze zandbak blijven? Ik bel met Beach Lodge in Swakopmund en vraag of we een nacht eerder kunnen komen. Geen probleem, gelukkig! Dan naar OIA bellen om ze te laten weten dat we een dag eerder uit Sesriem vertrekken. Tevens doe ik Petra de groeten van Stefan en Jenny, ook zij zijn zeer tevreden over de organisatie waarmee we deze reis georganiseerd hebben.
We gaan terug naar de camping en maken op plaats 15 ons kamp. Sous moet wachten tot morgen. Voordat we gaan bbq en gaat de wind gelukkig liggen. Jakhalzen komen vanavond met kijken wat er in dit kamp te halen is, zijn niet bang aangelegd.
Sossusvlei: een opgedroogd meertje temidden van steile en dieprode zandduinen in het Namib Naukluft Park.
Namib Naukluft Park
Ingeklemd tussen twee woestijnen, de Namib in het westen en de Kalahari in het oosten, biedt de droge zuidelijke regio adembenemende landschappen. Het Namib-Naukluft Park is het meest veelzijdige gebied in Namibië en een van de belangrijkste toeristische bestemmingen van het land.
De uitgestrekte wildernis van bijna 50 000 vierkante kilometer bevat belangrijke plekken zoals Sossusvlei, Sesriem, de Welwitschia Trail, Sandwich Harbour, de Naukluft Mountains en de Kuiseb Canyon. Dit enorme gebied met een oppervlakte ter grootte van Duitsland, bestaat uit duinen (waarvan sommige in de Sossusvlei behoren tot de hoogste in de wereld), zand vlaktes en ruige berggebieden.
Het is één van de dunst bevolkte gebieden in het land waar de bezoeker een uniek gevoel van grootsheid en isolement kan ervaren. Hier kunt u, meer dan waar ook ter wereld, genieten van de magische en schitterende sterrenhemel.
Sossusvlei, met zijn monumentale duinen, tot 325 meter hoogte, gemeten vanaf de basis, is één van de top bestemmingen in Namibië. De stervormige duinen zijn een gewild onderwerp voor kunstenaars en fotografen. Gevormd door sterke wind die van diverse kanten kan komen, zijn ze op hun hoogst en meest spectaculair waar de naar het westen stromende rivier Tsauchab leeg vloeit in de Vallei. De warme tinten van het zand, variërend van abrikoos tot oranje, rood en kastanjebruin, zijn een levendig contrast met de oogverblindende witte vlakken van de grote klei pannen aan de voet van de duinen. Een van deze, Dead Vlei(Pan) genoemd, is een grote spookachtige uitgestrektheid van gedroogde witte klei, gekenmerkt door skeletten van oude kameel-doorn bomen, met koolstof gedateerd tussen de 500 en 600 jaar oud. Als het voldoende heeft geregend om de Tsauchab rivier weer te laten stromen, vult de pan zich met water, waardoor flamingo's en andere watervogels worden aangetrokken door het gebied.
Het Naukluft gedeelte beslaat de andere helft van de Namib - Naukluft National Park. Hier liggen de Naukluft bergen waar enorme, gevarieerde rotsformaties liggen, waardoor de Naukluft een waar paradijs is voor geologen. Er komen vijf verschillende vegetaties voor binnen het park. Deze bieden een schat aan boom en struiksoorten, en een grote verscheidenheid van aloë’s.
In het gebied leven onder andere de Hartmann zebra, kudu, gemsbok, klipspringer, duiker, steenbok, luipaard, baviaan, jakhals, vos, wilde kat, caracal en de aardwolf. Naukluft's steile kliffen zijn nestplaatsen voor diverse soorten broedvogels, waaronder de Zwarte Adelaar.
Donderdag 27 mei
Heel vroeg op, voor dag en dauw. Deze duin moet wel erg mooi zijn. Met een halve kop koffie en vroeg uit de veren moet de tent opgeruimd worden. Mijn coördinatie n behendigheid is dan nog niet echt uitstekend maar met John’s gegrommel fiksen we het klusje toch op tijd. Dan 60 km naar de Sossusvlei, de laatste 5 km is 4X4. John zet de Nissan in de 4L en gaan, volleerd stuurt hij de auto door de zandbak en met de nodige bumps komen we heelhuids aan. Net als we aankomen gaat de zon op, we pakken onze moed bij elkaar en taffelen naar boven. Het verrast me hoe snel we een eind omhoog komen over de kam van de duin. Wie omhoog gaat moet ook omlaag! Maar hoe? Ik ga eerst op m’n achterste maar dat veroorzaakt een complete aardverschuiving. Dan maar lopen en dat lukt na een paar stappen ook nog aardig. Met 2 kg rood zand in elke schoen sta ik weer beneden. Ballast verwijderen en dan terug naar de auto. Langzaam rijden we de 5 km terug, John krijgt er plezier in en coureurt als in Dakar. Gelukkig hoeven we nog maar 60 km te rijden voor eggs and beans, en voor mij 2 grote koppen koffie.
Later op de dag gaan we naar Sesriem Canyon. Hiervoor heb je ook de permit nodig maar niemand die controleert. Je zet je auto neer en loopt zo de canyon in. Boven is niks, bij ons zou er al lang een frietkot, koffieterras en souvenirstand en wat nog meer gestaan hebben. De canyon is reusachtig, een paar grote verlaten nesten, en her en der een kleine verborgen waterpoel. Gelukkig hebben we water bij ons en hoeven we niet met zes riemen dit omhoog te halen.
Later als we aan onze BBQ zitten haalt een gabar goshawk een muisje uit onze acacia boom. Vanavond is het weer koud en veel wind.
Vrijdag 28 mei
Koude Nacht. Om 06:45 op weg door het Naukluftgebergte. C 17 / C 19 / C 14 / B2 . Om 08:15 zijn we in Solitaire ( boek van Ton van der Lee) . Het is anders dan ik uit het boek voor ogen heb, wel zie ik veel terug. Dan ruik ik uit de bakkerij de geur van appeltaart, Smaakt goed met een kop verse koffie erbij. Ik neem nog wat verse koeken mee voor onderweg. Voordat we vertrekken loop ik rond met de camera om mijn beeld van Solitaire vast te leggen. Je ziet hoe commercieel alles is geworden op dit kruispunt van wegen. In de werkplaats laten we de bout weer vast zetten. Hij zit goed vast zolang het duurt.
Onderweg naar Swakopmund gaat die stomme bout echter weer los, de bumper maakt een kabaal en heeft het hard te verduren op deze wegen. Ik bel met Kea en ze beloven dat er bij Beach Lodge iemand zal zijn die het in orde maakt.
Onderweg naar Swakopmund passeren we 2 mooie bergpassen. Het eerste gedeelte van de route is groen, bomen en bergen. Hierna wordt het droog, dor en heet! Fata Morgana’s zien we regelmatig en heel veel zand. Dan neemt de wind en zien we palmbomen en asfalt. We rijden Walvisbaai binnen. We stoppen ff aan de oceaan om de benen te strekken maar de wind is behoorlijk sterk. We gaan door naar het hotel in Swakopmund, www.beachlodge.com.na . We bellen naar KEA en die belt terug met de mededeling dat wij naar de garage moeten. De monteur kan niet weg. Ik krijg een naam, 06 nummer en het adres. Bij de receptie bekijken we de kaart van Swakopmund en gaan op pad. Echter de hoek van de straten waar we moeten zijn vinden n we niet. Er ligt nog een klein stukje straat tussen. Uiteindelijk vinden we met veel gesodemieter de garage. Met 4 man kruipen ze onder de wagen ( kost niks) en na een half uur kunnen we wegrijden. We zijn ervan verzekert dat de bout nooit meer los gaat. Service van de zaak. Dan maar boodschappen doen voor de 2e helft van de reis, we gaan naar de Shoprite. Een bijna europeese winkel. Als we klaar zijn gaan we naar het hotel voor een douche en dan eten bij de Wreck. Heerlijk gegeten, kaarsje op de tafel, fijne bediening, lekkere fles wijn erbij, espresso na. Relax & enjoy. Relaxen doen we ook op de slaapkamer, vanuit bed hebben we zicht op de oceaan, zacht hoor je haar bulderen. Slaap lekker!
Het meest bekende plekje van de Namibe-woestijn is zonder twijfel Solitaire. 'Solitaire'. Het boek geschreven Door de Nederlandse schrijver Ton van der Lee heeft het gehucht internationaal bekend gemaakt. Schrijver Ton van der Lee zocht eenzaamheid en vergetelheid in de Namib -woestijn, bivakkeerde er een jaar lang tussen het niets, Als mensen in Solitaire niet stoppen om te tanken, dan is het wel vanwege de appeltaart die je kunt eten bij McGregor ’s Bakery. De appeltaart wordt gemaakt volgens een familierecept van de Schot Moose McGregor, die hier woonde. Hij overleed in 2014 en ligt vlakbij de bakkerij begraven.
Moose McGregor
Zaterdag 29 mei
Ontbijt bij Beach Lodge, keurig gedekte tafel, scrammbled eggs in een torentje opgemaakt, vers brood. Het leven is zo slecht nog niet. Dan gaan we naar Walvisbaai voor de Laramontocht. Met de Ocean Lady varen we langs de landtong die elk jaar groter wordt. ( in 100 jaar: 2 km). We zien pelikanen en zeehonden. Scotty is een kleine zeehond die de boten goed in de gaten houdt, voor wat lekkers springt ie ook aan boord. En zo op mijn schoot. Scully, de zeehond met de littekens, komt ook aan boord. Hij is een maatje groter maar nog steeds heel lief. De dolfijnen schieten langs de boot heen en spelen als het ware met de boot. Ze vinden het heerlijk om door de stroming die de boot veroorzaakt te zwemmen. Wist je trouwens dat een dolfijn met 1 oog open slaapt? Hij sluit dan ook die hersenhelft en na 10 á 20 minuten wisselt hij het af. Ik maak redelijk wat foto’s van het water en een paar van de dolfijnen. Water maakt hongerig en we worden aan boord verwend met lekkere hapjes en oesters, glaasje sekt erbij, op de dolfijnen.
We gaan terug naar Swakopmund, rechts zand, links water. We moeten nog vers vlees halen in de winkel. Als we in het winkelgedeelte stoppen is een gedeelte van de weg afgezet. Het is carnaval hier, echt op de duitse manier met Bier, Wurst und Mädel. Tja
Vanavond gaan we met de taxi naar de stad en uit enten bij Kucki’s Pub. Het is er heel erg druk, veel gasten van het carnaval. Het eten is ook goed en een snelle bediening. Na het eten drinken we beneden nog wat aan de bar en komen daar onze buren uit Sossus tegen. Zij n 80 jarige moede ris in de backpacker gebleven. De man, een duitser, woont al 5 jaar in Kaapstad en werkt halve dagen voor Lufthansa. Samen met zijn vriendin Jutta wordt er nog gezellig geklest. Als de taxi komt is het ongemerkt 23:30 geworden. Niet te geloven. Als we langs het politiebureau komen, worden er een aantal arrestanten uitgelaten. Deze gaan tot maandag morgen de cel in en moeten dan geboeid de straat oversteken naar het gerechtsgebouw.
Vannacht hebben we weer een mooi uitzicht op de oceaan, echter een extra deken is zelfs in het hotel nodig.
Zondag 30 mei.
Tommy Collard van www.livingdeserttours.com.na komt ons ophalen bij het hotel. Een oude landrover, die na 1978 niet meer gemaakt is, pikt ook nog 6 andere gasten op. We gaan de duinen in en als we een tijdje gereden hebben stoppen we. De bandendruk moet van 3.1 naar 0.8. We rijden over de duinen en gaan vaak spectaculair naar beneden. Tommy vertelt veel over de woestijn, wandelende duinen kunnen afhankelijk van de grote wel tot 200 mtr wandelen. Fit heeft te maken met de helling en de wind. We zien een slang ( schlegel’s blind snake) , verkleedmannetje ( namaqua cameleon) , een web footed gecko. En een witte tok tokkie ( tenebrionid beetles ). We leren sporen lezen in de duinen en Tommy verzamelt ook eventueel afval dat er ligt. In het zand is het 14 cm lager ook 14° koeler. Het zand kan temperaturen van 75 ° bereiken. Het is nu 37° en behoorlijk koud, elke Namibianer vindt het onder de 30° al koud en heeft dan op z’n minst een fleece trui aan en een muts op. Tommy ziet een spoor, graaft met z’n handen en vindt de slang, cameleon of lizard. De kleuren van de duinen veranderen steeds door de quartz. Er zit veel zwart ( ijzer ), paars en wit, ook een aparte kleur donkerrood. We zijn onderweg tot 15:00 en als we de stad weer in rijden moet Tommy rechtstreeks en rechtdoor naar de eerste garage om de banden op te pompen.
Als we weer terug bij het hotel komen is de auto gewassen, niet te kennen. Ziet er weer keurig uit zolang het duurt. We wandelen nog een lekker stuk langs de oceaan en dan gaan we de route naar Khorixas voorbereiden.
Maandag 31 mei
Na het ontbijt is de auto weer gewassen, mijn tip hiervoor heb ik gisteren al gegeven, dadelijk is de lak er af. Om 07:30 vertrekken we richting Hentiesbaai, en ja weer uitgestorven en onbewoond. Het is vandaag mistig, grijs. Rechts zand, links een grijze muur van mist die boven de oceaan hangt. Bij Uis gaan we tanken. Bij het kruispunt voor Uis kopen we stenen van de lokale hangjeugd. We betalen een gedeelte contant en voor de rest moeten we een brood en een fles cola meenemen op de terugweg. Doen we. Onderweg stoppen we nog bij een stand waar 3 Himba en 1 Herero vrouw souverniers verkopen. Voor 5 N$ mogen we een foto maken. Het wordt nu warmer en warmer, en ook het landschap wordt groener en gevarieerder. Vanaf de weg is het 2 km naar camp Xaragu over een off road weg. Inderdaad, wat onderhoud zou niet overbodig zijn. Hier maakt dat niet zoveel uit, met onze Nissan komen we er goed overheen en ’s avonds komen nog wat zuid afrikaanse gasten met 4x4 en sleurhut. Camp Xaragu is opgericht door Danie Wessels, een Nederlander die in 2008 gestorven is. Het personeel dat met hem gewerkt heeft, mist ‘m nog steeds. Het is een ruime campsite met eigen BBQ, geen stroom en een net voor de schaduw. Overdag is er wel stroom voor de eigen voorzieningen, van 8 tot 17 voor de fridge en communicatiemiddelen. ’S Avonds worden in de douche en toiletten olielampen geplaatst. Ruth de geit loopt door het restaurant en springt behendig op een tafel voordat ze eruit gezet wordt, de rest van de geiten drinkt wat aan het zwembad, wij nog wat aan de bar. Hier in Khorixas is het 32° in de schaduw, een groot verschil met de kou in Swakopmund. Het is een rustig camp en ’s avonds is het echt donker. De nacht is echter niet zo rustig, de kat komt aan ons gaasdeurtje kijken, de geiten lopen met de bel om rond te scharrelen. Verder is het vannacht warm, voor de verandering.
Dinsdag 01 juni
We staan rustig op en gaan naar Khorixas. We gaan niet naar Burnt mountiain en ook niet naar Petrified forrest. John heeft het heet en wil geen cultuur. Dan maar de was gedaan, foto’s van het camp gemaakt en de rest van de foto’s nagekeken. ’S Avonds komen nog 3 zuid afrikaners met de sleurhut. Als ik ’s avonds lekker in de vlammen van het kampvuur aan het staren ben, vindt John sporen van een slang. Welke slang weet hij niet. Dan zit onze kat met de slang te spelen, de slang speelt terug, Oh god! John loopt onrustig door het camp en vindt ook nog een gele schorpioen. De schorpioen rent rond, heel snel, allemaal rondjes. Het kijken naar de sterren is voorbij, wijn mag ik niet opdrinken. Ik moet met de zaklamp schijnen: kijken wat die kat en de slang uitspoken. Dan wordt de slang gehalveerd met het jonnies knife. Hup nu naar bed, John is het zat.
Woensdag 02 juni
John wil weg uit dit slangennest. Vandaag hebben we een relatief korte rit naar Palmwag,http://www.safariadventurecompany.com/ , de weg is er slecht en na 35 km ligt de bumper er weer bijna onderuit. Het landschap wordt wel mooier, bergachtig en goudgele graspollen. Heel er g veel wind. Onderweg hebben we geen bereik met onze telefoon. Door naar Palmwag. Bij aankomst onderhandelen we over de prijs van upgraden. Duur ff maar we komen eruit, voor een heel goeie prijs krijgen we een familiekamer. John blij, kijkt nog of er geen beesten in het stro dak zitten. Hij wordt weer rustig als ie behalve een gecko niks anders met harige poten vindt. Dan gaan we naar de workshop voor de reparatie van de auto. Schroefje erbij, rubbertje, locktite eraan en 2 jaar garantie. By the way, de kamer is prachtig, super groot en een eigen zwembad, een grote douche met zeepjes en potje bodylotion. Kunnen we weer eens tutten. We eten rond een uur of 4 op het terras bij de lodge. Genieten van een lekkers gemsbok steak met uitzicht op de wildernis. ‘s Avonds genieten we van de zonsondergang op ons eigen terras. Als een schim in het maanlicht zien we een ree soort, welke weet ik nog niet.
Donderdag 03 juni 2010
Lekker geslapen in de ruime kamer, we gaan lekker in het restaurant eten. Vogels pikken in de jam, dan eten we maar scrammbled eggs. Om 07:00 gaan we met Gerson richting Himba. We nemen een vrouw mee die met haar dochtertje naar het ziekenhuis moet.
De omgeving Kuene en Kaokeland is een heel wisselend, heel divers. Onderweg zien we een hartman zebra en olifantsporen, zelfs redelijk wat verse dung. In dit gebied wonen de Himba’s en Herero’s. Ze spreken (bijna) dezelfde taal en traditie en geloof hebben ook veel overeenkomsten, enkel de manier van huishouden is anders. Vlak voor Sesfontein is er het Himba dorp dat we gaan bezoeken. Vanuit de lodge hebben we 25 kg meel, suiker, cakemeel en meer meegenomen. Dit krijgen de Himba’s voor het ontvangen van ons bezoek. Een Himba man bouwt een veekraal van Moponihout. Om die kraal heen komt een kraal van takken ter bescherming van de hutten. Hij trouwt met vrouw 1 en als hij genoeg cattle heeft kan hij vrouw 2 trouwen. Hij bespreekt eerst met vrouw 1 dat hij de volgende wel aardig vindt. Is vrouw 1 het hiermee eens, dat regelt zij de bruiloft. Vrouw 1 gaat naar de familie van vrouw 2 en bespreekt de bruiloft, regelt de bruidschat. Zelfs als de man weg is gaat alles door.
De man maakt verder het gereedschap, de vrouwen moeten ermee werken. De vrouwen zorgen voor het vee en als de man familie of vrienden te gast heeft, verzorgen de vrouwen dit ook. Alle vrouwen eten van 1 plaat, de eerste vrouw mag het eerste stuk vlees pakken enzovoort. Is de man van huis dan is vrouw 1 de baas, is zij ook weg vrouw 2. Iedere vrouw maakt haar eigen huisje, palen plaatsen en dan bokkiepoep met klei mengen en netjes dichtpleisteren. In de kraal ligt zeker 10 cm mest, soms nog vers. De voorraad, of tuin opbrengst wordt op een klein hutje met palen bewaard, soms zit hier ook nog een kip in. Iedereen loopt op blote voeten, de vrouwen, kinderen. Niemand heeft een infectie aan de voeten. Ze leven van het vee, dit zorgt voor vlees en melk. Van die melk maken ze boter die ze vermengen met een soort rode klei. Hiermee smeren ze zichzelf in ter bescherming voor de zon. Als er een belangrijke beslissing genomen moet worden spreken ze tot de voorouders bij het heilig vuur. Dit heilig vuur smeult altijd in de kraal op een vaste plaats. Van alle ziekte of kwalen die ze hebben genezen ze 60% zelf. Ze weten door overlevering veel van kruiden of andere zaken die de natuur hun biedt.
We mogen zoveel foto’s maken als we willen, ook mogen we alles vragen wat we willen weten. Na onze vragen mogen zij vragen aan ons stellen. Mij vragen ze hoeveel kinderen ik heb. Ik antwoord dat ik er geen heb. Heeft je familie wel kinderen, Ja die wel. Waarom neem ik dan niet een kind van hun? Tja, dat is bij ons niet echt gebruikelijk. Dat krijg ik ze niet echt uitgelegd. Waarvan eet ik? Hoe kan het dat ik geen koe heb? Kan ik bij de buren suiker krijgen? Kan ik bij de buren vlees krijgen? John wordt onder andere gevraagd hoeveel vrouwen hij heeft, alleen deze. Daar maakt hij ook niet echt een goede beurt mee. Waar zijn onze honden? Wie let op onze honden? Wie let op ons huis?
Vrijdag 4 juli
Tijdens de lunch met Gerson en Action vraag ik of dit het verste punt is waar we vandaag komen. Ja, dit is het verse punt. Ik vertel hun dat ik dit punt mark met de GPS??? Maar hoe kan dat ding het nou weten? Ze houden de GPS vast alsof het een gouden ei is. Steeds verbaasder dat hij weet waar je kunt tanken en slapen. Als we later gaan rijden en de GPS volgt de weg en de bochten, blijven ze lachen. Tijdens de lunch praten we over het verschil tussen Namibie en Nederland, moeten we belasting betalen omdat we een hond hebben? Moet je vragen of je een boom in je eigen tuin mag omzagen? Ik weet niet of ze ons geloven.
De lunch is heerlijk, 2 salades, brood en beleg.
Zaterdag 5 juni
Naar Etosha. 06:00 op, inpakken en ontbijten. Bij het betalen hoef ik alleen voor het upgraden te betalen. De extra kosten omdat we maar met 2 personen waren voor de excursie hoeven niet betaald te worden.
We gaan via Kamanjab naar Etosha, het eerste stuk van de route is erg mooi. Weelderig landschap en pittige bergen. Na de laatste berg wordt het vlak tot aan Etosha. In Kamanjab getankt en wat snoep gekocht. Ook hier treffen we weer een goede winkel aan, water en proviand, outdoor materiaal, noem het maar op, ze hebben het. Dan via een goede C weg door. Als we het park inkomen zegt John na een paar minuten rijden: Als je een leeuw ziet roep maar stop. Twee minuten later roep ik STOP. Aan mijn kant zie ik een leeuw op 3 meter afstand van de weg. Ze heeft een wond aan de rechtervoorpoot en een bebloede bek, gelukkig, ze heeft gegeten. Ze paradeert langzaam de weg op en schonkelt op haar gemak voor onze auto. We maken voorzichtig een paar foto’s.
We zijn om 12:30 in Okaukuejo, betalen de permit, moeten borg betalen voor de sleutel. En gaan naar onze kamer. Onze kamer blijkt een mooi huisje te zijn, zitkamer, slaapkamer, koelkast, waterkoker en braaifaciliteiten. We zetten onze tassen in de slaapkamer en rijden terug het park in richting leeuoog. Bij het 1e waterhole: niks, bij het 2e waterhole: Giraffe, zebra, springbok, blue wildebeest, gemsbok, struisvogel, secretaris vogel, alles aanwezig en in grote getale. Vreedzaam staat alles zij aan zij aan het waterhole te drinken. We gaan door naar sprookiesbos, deze weg is echter afgesloten. We rijden terug, 500 km is genoeg voor vandaag. Later lopen we nog door Okaukuejo camp, het is ruim en netjes en een van de drukste plekken waar we zijn geweest. Na het diner gaan we nog naar het waterhole bij het camp, hier zien we 5 olifanten, 3 zwarte neushoorns, 3 leeuwen en een aantal jackals.
Zondag 6 juni
Als de zon opgaat, gaat het hek van het park open. We gaan vandaag het stuk richting Halali verkennen. Bij Aus zien we een dode olifant, 3 hyena’s doen zich er tegoed aan. Dan verschijnen er uit het niets 15 olifanten, groot en klein gaat tot op 2 meter afstand van hun soortgenoot staan en beweegt de slurf op en neer. Dan, met veel kabaal en onder luidkeels trompet geschal, rennen ze stampvoetend het beboste stuk in. Heel imponerend.
We zien vandaag veel wild, 1000 zebra’s, 1000 springbokken, veel giraffes, red en blue wildebeest, kudu, gemsbok, squirl en vogels. Na de ochtend drive van 200 km is het tijd voor een versnaperingen een afkoelende douche.
’S Avonds zien we bij het waterhole 15 giraffe, 3 zwarte neushoorn, 3 grote en 1 kleine olifant.
Maandag 7 juni
Na het ontbijt gaan we vanuit Okaukuejo naar Halali. De weg is goed en het wordt wat minder begroeid. We zijn op tijd in Halali, zoeken een mooie campsite uit en gaan naar het waterhole. Hier is een bronstige impala bok bezig indruk te maken op een impala dame. Een ander bok moet de aftocht blazen. Dan gaan we op pas en zien veel blue wildebeesten, zebra’s en giraffes. Op de weg zien we links, rechts, in het midden, overal olifant sporen op de weg. Her en der ligt ook wat dung. Dan ineens om de hoek, staat de olifant, een mannetje alleen. Hij eet gras en wil dit ongestoord doen. Hij maakt dat klip en klaar duidelijk. John zet de auto in de achteruit en we houden afstand. Na een tijdje vertrekt hij richting bos. We kunnen verder. De yellow bidded hornbill, ijsvogels en secretaris vogels zien we ook op verschillende plaatsen. Dan ziet John weer een grote mastodont. Gelukkig een eind van de weg af. We vervolgen onze weg richting ,,,,,,,,,,,,,,,,,fontein, de weg is wat smaller en aan de kant is het dicht begroeid. En jawel onze 3e olifant op het pad. Deze is echter niet zo charmant en flappert flink met z’n oren, achteruit, hurrie, hurrie, als we achteruit gaan wordt hij wat kalmer. We wachten af, maar hij laat ons niet door. Dan maar een eind achteruit en waar het mogelijk is draaien. Park is groot genoeg, we kiezen wel een ander waterhole. Na een bezoek aan het miserabelste toilet in heel Namibie, gaan we richting Halali. De kilometers voor vandaag zitten er weer op.
We maken een late lunch, douchen en snacken wat uit de foodbox. We gaan naar het waterhole, dit waterhole ligt heel mooi tussen de rotsen. Hierdoor blijft het lang warm. Als we aankomen zijn er 3olifanten en 1 zwarte neushoorn, dan een tijd niks. Totdat er 4 grote, 3 kleine en 2 baby olifanten komen. Daarna is er heel lang alleen wat klein grut te zien. Dan ineens is er een luipaard,een mooie afsluiting van de avond.
Dinsdag 8 juni
We gaan naar Namutoni, de nacht was weer behoorlijk koud. John heeft zelfs z’n trui aangehouden. Toch slaapt het lekker in ons tentje, je bent lekker buiten. Vandaag zien we weer verschillende olifanten alleen, sof ar so good. Bij het waterhole van Ngoab zien we 3 zwarte neushoorns, een kudu familie, impala’s en burchell zebra’s. Dan ineens is alles weg, er verschijnt een leeuw tussen de bomen. Later zie ik mijn eerste Damara dik dik. Rond de middag checken we in bij Namutoni, we zoeken een campsite en eten wat in het restaurant. We lopen door het fort en verkennen het waterhole. Dan gaan we nog een stuk rijden om de fisherpan en jawel hoor. De weg is breed genoeg voor 2 auto’s en wie staat er? Dombo! We wachten, wachten, we hebben geduld, we wachten. John draait de auto en gaat in z’n achteruit op de olifant aan, 1 0 meter, 5 meter, nog een metertje, rustig we wachten. Dan besluit Dombo om ons door te laten en het struikgewas in te gaan. John geeft gas en na 20 meter draaien we ons, , genoeg olifanten voor vandaag. We gaan kijken bij Okevi, mooie poel maar helaas na enig wachten geen beesten. We gaan terug naar Namutoni, een pilsje in de bushbar en dan onze laatste BBQ maken. ’S Avonds zit ik weer bijna in het kampvuur met mijn dekentje ( waat mos se doa toch mit) het wordt weer een fris nachtje.
Woensdag 9 juni
Via Tsumeb en Otjiwarongo gaan we richting Okakara. Ons doel is Waterberg. In Otjiwarongo stoppen we voor een kop koffie en om te tanken. Voor de lunch zijn we in Waterberg NP waar we van een heerlijke lunch op het terras genieten. Onze kamer is boven op de berg en voordat we met de game drive meegaan is er nog tijd om een stukje te hiken. Er zijn verschillende routes mogelijk, allemaal met veel rotsen maar geweldige uitzichten. The Fig tree walk, Forest walk, Kambazembi walk, Francolin walk, er zijn 8 wandelroutes uitgestippeld in het NWR park, je kunt ze wel of niet aan elkaar koppelen, maar zijn zondermeer schitterend! Ik vindt dit wat betreft natuur het mooiste stukje van Namibie. Baboens kom ik niet tegen op mijn wandeltocht, bij onze kamer staat wel een dikdik met grote ogen naar me te kijken.
Met Sammy gaan we de game drive maken op het Plato. We krijgen uitleg over bomen, planten, vogels en het ontstaan van het plateau. (Waterberg Plato Park). Het is een flinke weg omhoog en we zien buffels en zwarte neushoorns. De waterhole zijn kunstmatig aangelegd en bij ieder waterhole is een hide out gemaakt. Hier ga je door een afgeschermde gang naar toe. Bij het 1e waterhole, Otjozongombe Shelter, hebben we geen resultaat, bij het 2e, Otjomapenda Shelter, wel: een buffel en vogels. In het donker rijden we terug en zien een bruine hyena, een roan antilope en een mooie kudu. Sammy vertelt op de weg terug over de sterren en de planeten.
We eten in het restaurant, in de shop is namelijk geen vlees te koop. Dit is de eerste slechte ervaring die we hebben. Gevraagd hoe ik het eten vond, geef ik mijn eerlijke mening, betaal en klaar. Buiten drinken we op het terras onze wijn nog op als de ober vraagt of ik alles op wil schrijven wat ik gezegd heb. Later komt de manager met dit briefje bij ons zitten en verontschuldigt zich, ik verzeker hem dat hij zich niet hoeft te schamen, hij kan de kok van de middag een groot compliment maken en ervoor zorgen dat de kok van de avond dit niet meer presteert. Verder is dit een schitterende lokatie!
Donderdag 10 juni
Een korte route naar Okonjima, 90 km. Uitslapen, wat later ontbijten en dan op ons gemak nog wat lopen op Waterberg. Om 09:30 vertrekken we en zijn snel bij Okonjima. Aan de gate geven we ons resterend voedsel af aan de 2 bewakers, zij wonen hier bij de gate met hun vrouwen en kinderen. Nu nog 24 km tot de lodge. Aangekomen staan ze ons met een welkomstdrankje op te wachten. Wat een geweldige lokatie, na het inchecken worden we naar onze view room gebracht. Uitzicht op de bush, open vlakte voor ons raam. Ramen aan 3 kanten naast de king size bedden. De warthdogs grazen voor ons terrasje. De dag is compleet ingedeeld:
12:00 lunch
15:00 koffie en cake
15:30 game drive
19:00 diner en hide out
05:30 wake up call
06:00 morning drive
09:00 great breakfast
10:00 naar Windhoek
De lunch is van hoog niveau, goede kwaliteit, mooi geserveerd en lekker. Daarna ga ik eens lekker in de zon zitten op ons eigen terras, moet toch wat kleur krijgen.
De game drive in de namiddag brengt ons naar de cheetahs, eerst gaan we naar de 3 die ongeveer 12 jaar zijn. Dit is oud voor een cheetah die normaal ongeveer 8 jaar wordt. Deze 3 zijn met de hand opgevoed, een heeft zelfs tv gekeken en ijs gegeten. Toen ze te groot werden en 4 tot 5 kg vlees per dag nodig hadden, werden ze aangeboden aan Africat. Deze 3 worden gevoerd en krijgen water. Ze worden 5 x per week gevoerd, waarvan 3 keer vlees en 2 keer brokken. De voorkeur smaak brokken is kip. Verder leven ze in een afgezet gebied, waar ze zo natuurlijk mogelijk leven. Dan gaan we naar een groter gebied waar 9 cheetahs zitten. Deze worden vaak gecontroleerd maar moeten zelf jagen. Het zijn vaak cheetahs waarvan de moeder overleden is of die in een strop gezeten hebben. Ze jagen vaak in groepen en leren elkaar hoe dat moet. De een bijt in d epoot, de ander aan de ham en soms gaat ook eentje voor de strot. Als ze zien dat dat het meest effectief is, doen ze dat de volgende keer na. In het begin werden er beesten gevonden wat aan alle kanten aan gebeten was, behalve in de buik. Het buikgedeelte is het zachtst, dus hier moeten ze eigenlijk beginnen met eten. Omdat ze de opvoeding van moeder gemist hebben, moeten ze van elkaar leren. Dieren die gewond zijn door vallen, worden sneller gerehabiliteerd. De cheetahs die met de hand gevoerd moeten worden, worden door 1 persoon gevoed. Dit om te voorkomen dat ze te veel aan mensen hechten.
We gaan terug voor het diner, een sterren restaurant is er niks bij. In plaats van een aperitief drinken we een biertje, Camelthorn een kleine brouwerij uit Windhoek heeft een proeverij in de bar. Aan onze tafel zit een stel uit Leipzig dat ook al 3 weken in Namibie is. Na het eten wandelen we gezamenlijk naar de hide out. We zien een stekelvarken en een luipaard.
Voor info: www.okonjima.com en www.pawsnamibia.org en www.africat.org
Vrijdag 11 juni
Om 05:30 worden we netjes gewekt, ik sta al onder de douche! Vannacht niks gezien, ondanks de grote ramen zijn we bijna direct in slaap gevallen. In het restaurant pakken we een kop koffie met een muffin voordat we de luipaarden tracking gaan doen. Het eerste signaal is heel hoopvol. Dan verdwijnt het signaal echter en het duur tot 08:15 tot we weer iets oppakken. Dan zien we het luipaard ook gelijk liggen onde reen struik, bezig met de resten van een warthdog. Achter ons in de boom hangen nog poten van een impala. We schieten veel foto’s en gaan dan terug om de bagage van de kamer te halen. Voordat we echter vertrekken genieten we eerst nog van een groot ontbijt. In Okakara stoppen we voor een kop koffie en we bezoeken een craft market. Hier is iedereen je vriend en iedereen wil dat je in zijn of haar shop iets koopt. Helaas vragen ze absurde prijzen en vindt ik het te belachelijk om te onderhandelen. Bij een lady shop ga ik echter voor de bijl en koop toch iets. Als we naar de auto lopen ontstaat er enige commotie, de security wil iemand in de boeien slaan. Wat verbaal geweld en een kaakslag en dan begint het geren. We draaien intussen de B1 weer op als de security met 2 auto’s iemand in de auto stopt. We zijn weer in de bewoonde wereld! We rijden naar Windhoek, eerst de auto voor de laatste keer tanken en dan door naar Terra Africa. Hier ruimen we de auto uit en moet alles weer in de tassen gestopt worden. Na een kleine siesta gaan we ’s avonds eten bij Joe’s beerhouse. Heel apart ingericht, hier moet je echt geweest zijn. De borden die langs komen zijn van een formaat dat we besluiten om alleen een hoofdgerecht te nemen. Dat is een goede keuze. Na het eten blijven we nog ff zitten , drukke tent, zowel me teten als aan de bar.
Zaterdag 12 juni
Naar huis.
Nadat we op ons dooie ooie ontbeten hebben gaan we naar Maurea Mal. John wil een t shirt van zuid afrika kopen, niks te krijgen, compleet uitverkocht. We gaan maar een kop koffie drinken. De serveerster vraagt beleefd of alles naar wens is. Nee, ik had graag een t shirt gekocht, mar helaas uitverkocht. Wat blijkt, gisteravond heeft het personeel in tenue gewerkt (openingswedstrijd WK). Tja, dan wil ik graag jouw t shirt kopen, ze lacht, ben ik serieus? Jazeker! En jawel, ik heb een t shirt! Nu John nog, das wat moeilijker, niemand die er werkt heeft de goeie maat. Jammer.
Om 12:00 moeten we bij KEA de auto inleveren. Alles doorgegeven wat gerabbeld heeft. Er zitten nog blikjes bier in de fridge voor de crew, was te koud om die ’s avonds te drinken. We zijn snel klaar met het controleren van de auto, en dan de laatste papieren in orde maken. Ik vraag aan de jongen van KEA, waar we nog een t shirt kunnen kopen. Er wordt overleg gepleegd, vrienden gebeld, een winkel gebeld. Moeilijk. Afgesproken wordt dat de chauffeur die ons naar het vliegveld brengt, langs de winkel gaat met ons om te kijken voor een t shirt van zuid Afrika. We gaan langs een andere mall, langs gewone winkels, langs de straatverkoop. Zelfs de Chinese buurt gaan we in om te kijken, hier moeten we wel de auto bewaken. Ondanks alle moeite geen t shirt.
Home, we zijn om 06:00 in Frankfurt, om 07:45 de ICE en om 09:15 in Aken. Hier staat vader al klaar om ons naar huis te brengen.
Onze reis zit erop, onze herinneringen blijven!